Alcobertas: megalithische dolmen en Moorse silo’s

Toeval bestaat niet, of toch wel? Op deze grijzige dag, nota bene, een zondag én de dag van de Anjerrevolutie besluit ik eindelijk eens het stuk over de hunebedden in Alcobertas te tikken. Alcobertas! Zo dichtbij, maar ook zo ver weg in mijn beleving, want ondanks het feit dat we er hemelsbreed misschien nog geen 10 kilometer vandaan zitten en op de bergen die ons gescheiden houden uitkijken, kom ik eigenlijk nooit verder dan de Salinas van Rio Maior.

De actieradius van mijn man blijkt groter (oooh!) en bij het horen van de naam Alcobertas weet hij te vertellen dat hij geregeld achter de bergen toert en al vaak door het stadje is gereden. Of hij de hunebedden heeft gezien? “Huh, hunebedden?”. Hij heeft geen hunebed gezien. Nu ik er zelf geweest ben, snap ik wel waarom: ze hebben die kolossale stenen goed weten te verstoppen, in een…..kapel!

Omdat ik totaal geen kaas heb gegeten van de trechterbeker/landbouwcultuur en weinig weet van megalitische monumenten (behalve dan dat er kolossale hunebedden in Drenthe liggen) besluit ik internet eens af te struinen. En wat vind ik? Een Nederlandse site getiteld ‘Hunebed Nieuwscafé ‘ met de aankondiging van de European Day of Megalithic Culture. En wanneer is die dag? Vandaag! (of beter op 23 april, maar het bijbehorende evenement wordt op de laatste zondag van april georganiseerd. Dat is dus vandaag : zondag 25 april). Toeval of niet? Ik zit in ieder geval even met mijn ogen te knipperen…

Megalithische grafzerk

Ik vergeef het mezelf dat ik niet direct aan een hunebed dacht, zodra ik voor de stenen sta die zo’n vier duizend jaar voor Christus in dit gebied rechtop zijn gezet. Deze grafzerk is namelijk sinds 1536 onderdeel van een kerkje! Dat noem ik nou eens handig gebruik maken van bouwmaterialen die voorhanden zijn. En je krijgt er meteen ook nog een goddelijke macht bij (weliswaar van een ander geloof, maar goed). Win-win. Ik weet wel dat mijn redenering mank gaat, want de Papen zijn een aantal eeuwen over het algemeen niet zo mals richting andere gelovigen geweest, maar anno 2021 vind ik het, in mijn bescheiden optiek, wel een mooie samensmelting, daar zo in Alcobertas.

Evengoed sta ik open voor elke horizonverbreding van mensen die mijn blog lezen én wel meer weten over deze wonderlijke grafzerken. Op internet kom ik niet verder dan dat de landbouwbeschavingen zich ook tot delen van Zuid-Europa hebben uitgestrekt, maar op de vraag of je de mensen van die beschaving daar ook Hunnen mag noemen, vind ik niet echt een antwoord (of ik zoek niet goed genoeg, kan ook!). Reacties onder dit beeldverhaal om mijn onwetendheid te verlichten zijn van harte welkom!

Dit megalithisch grafmonument is opgegaan in een kapel.

Voorraadsilo’s van de Moren

De avond waarop ik in Alcobertas beland, is sowieso een merkwaardige. Om de waarheid te vertellen: ’s morgens wist ik nog niet dat ik tegen het vallen van de avond nog ‘even’ naar Alcobertas zou gaan. Maar het past goed in een Portugees bestaan: de dagen lopen anders!

Ik zit nét in de avondzon een boek te lezen als een oude vriend opduikt. Hij heeft zijn nieuwe liefde bij zich en zij, historica uit de hoofdstad, is geïnteresseerd in de “Antas/Dólmen de Alcobertas’. Op weg naar deze plek willen ze mij even gedag zeggen. De twee geliefden zijn niet te beroerd om hun prille geluk te laten verstoren door een derde en nemen me op sleeptouw: tegen zevenen vertrekken we gezellig met zijn drieën richting de Salinas de Rio Maior én de megalithische monumenten van Alcobertas. Thuis moest ik wel beloven uiterlijk voor half negen terug te zijn, want dan wil men jantar (avondeten). Het wordt uiteindelijk ietsje later, maar goed: tijd is rekbaar in Portugal! Al heeft mijn Hollandse Fries dit nog niet helemaal door en was een vermanende blik mijn deel toen ik pas tegen negenen weer werd afgegooid – de schat is duidelijk nog niet helemaal ingeburgerd…;-).

Over de Moren weet ik beslist meer, maar niet over hun voorraadsilo’s onder de grond. Rond 300 voor Christus rukken de Moren, vanuit Noord-Afrika, op en verdrijven de Romeinen. De Moorse overheersing duurt vervolgens zo’n duizend jaar en maakt weer plaats voor een christelijke vanaf ongeveer 700 na Christus. En in de 11e eeuw verovert Dom Alfonso Henriques wat nu Portugees grondgebied is op de Moren zo heb ik het in ieder geval uit de geschiedenisboekjes onthouden.

De Moorse invloed is tot op de dag van vandaag op veel vlakken merkbaar. Dat ze slim hun voedselvoorraden onder de grond in kelders bewaarden, wist ik niet. En zo lopen we met zijn drieën op een doodnormale avond op een historische plek naar gaten in een heuvel in het bos te speuren in het besef dat hier in een ander tijdperk ook mensen hebben gelopen om hun voedsel voor langere tijd veilig te stellen. Bijzonder!

Ook naar Alcobertas of naar de zoutpannen van Rio Maior?

Alcobertas ligt niet ver van de Salinas (zoutpannen) de Rio Maior. Er is een eductiecentrum bij de voorraadsilo’s, dat in deze coronatijd, dicht is. Als je in Alcobertas de borden volgt, kom je bij de twee bezienswaardigheden : Antas of Igreja/Capela voor de grafzerk en Potes voor de voorraadsilo’s. Wel uitkijken dat je niet in zo’n silo valt, hè? Het zou zonde zijn als je tripje naar Alcobertas eindigt met een niet zo gezellig bezoek aan een lokaal hospitaal…

Vanuit Santarém, Rio Maior, Óbidos, Caldas da Rainha en Alcobaça is Alcobertas makkelijk aan te rijden. Ik zou het combineren met een bezoek aan de Salinas (zoutpannen) van Rio Maior.

Bij de Salinas kun je bij Salarium petiscos (Portugese variant van tapas) of een maaltijd nuttigen (beetje aan de prijs) óf in zo’n klein huisje waar vroeger het zout in werd opgeslagen de allerbeste kip eten (goedkoper, en al helemaal als je de kip deelt!). Je vindt de Churrassqueira Solar do Sal in het smalle straatje waar je toch doorheen moet (achter dit restaurantje, dat op zondagmiddag razend populair is, is een ruime parkeerplaats). Om teleurstelling bij Churrasqueira Solar do Sal te voorkomen, zou ik wel even reserveren! Handig om te weten: op het moment van schrijven geldt nog dat in het weekend ALLES om 13.00 uur dicht moet.

Bij Salarium bieden ze trouwens ook rondleidingen aan. Lijkt me best leuk. Maar je kunt ook goed zelf door én langs de zoutpannen en huisjes lopen. Zo groot is deze historische site niet en de toegang is sowieso gratis.

Als de winkeltjes open zijn, verkopen ze in de kleine houten huisjes van brocante tot mondkapjes. Ook kun je dan op meerdere plekken zout kopen en iets drinken.

Voor ons zijn de zoutpannen een geliefd tripje op de motorscooter. Aan het eind van de middag op een warme dag door de beboste heuvels toeren geeft een echt dolce vita-gevoel. Als ik geluk heb, mag ik mee, achterop… (sinds ik dat ding, op zijn eerste dag, bijna de glazen deuren van de adega heb ingereden, is zelf rijden op de Yamaha een no-go! Meer lezen over dit avontuur kun je in Hoe vervoer je een motor ?).

Mijn liefhebbende echtgenoot heeft niets met smartphones en fotograferen (vindt het hele social media-gedoe maar overdreven), dus voordat we een foto hebben die ik instagramwaardig vind, is vooral zijn geduld erg op de proef gesteld. Ik sta meestal nog niet klaar, als hij de foto al gemaakt heeft. Ondertussen krijg ik steevast te horen dat ik vooral niet mijn tandpastasmile moet geven en geen knietje omhoog mag doen (dat doen de jongelui en zorgt écht voor leuke foto’s > maar dat vindt wederhelft maar stom voor een vrouw van mijn leeftijd). Dit was trouwens poging 1 van 6…
Hier ben ik dan wel dik tevreden over. Alleen voortaan de horizon wat meer rechthouden, hè lieverd 😉

Geen beeldverhaal van Zin in Portugal meer missen? Tik je naam bij de volgknop en een volgend stukje belandt meteen in je inbox.
Inmiddels 550 volgers. Obrigada, hoor!

2 reacties Voeg uw reactie toe

  1. leen duc schreef:

    Interessant Esa! Nog een plek om op mijn lijstje te zetten! Dankjewel.
    (Zeg aan je echtgenoot is nog een beetje werk hé, nog niet helemaal ingeburgerd zo te horen ; ) )

    Like

  2. Hill Jos schreef:

    Bedankt voor je nieuwe tips. Door Zin in Portugal beleven we Portugal op een andere manier. Hilde en Josina

    Like

Plaats een reactie