De grillige kust van Peniche

Ik ken mensen die van onze bergkam elke dag naar Peniche rijden, en terug. Zelf kom ik eigenlijk alleen in Peniche als ik met mijn neefjes of nichtjes bij hun surfles ga kijken of op hoogtijdagen, zoals op de avond van het Feest ter ere van Nossa Senhora da Boa Viagem (Onze Lieve Vrouwe van de Goede Reis). Op deze avond, altijd begin augustus, varen de vissers hun beschermheilige in een botenprocessie langs de kust. Magisch, hoor!

Eilandengroep Berlengas

In mijn jonge jaren heb ik ooit in Peniche de boot genomen naar het grootste eiland van de eilandengroep die voor de kust ligt: de Berlengas. Dat was eens en nooit weer, heb ik gezworen. Ongetwijfeld is het vervoer sinds halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw sterk verbeterd, maar deze tocht op een gammele vissersboot met véél te véél passagiers en hoge golven staat voor eeuwig in mijn geheugen gegrift. Het gesprek aan boord – heel opbeurend!- over boten die wel eens doormidden breken, gonst nog door mijn geheugen. Wat kan een mens zich nietig en machteloos voelen op momenten dat de elementen de overhand krijgen. En eenmaal op het eiland wordt mijn geestestoestand er niet beter op als een van de bijzondere vogels die daar op het eiland broeden het behaagt om mijn fancy strandoutfit bij de eerste stap aan land volledig onder te poepen. Ik ken meer familieleden die niet zo gecharmeerd zijn van deze eilandengroep, maar misschien ontbreekt het in onze familie simpelweg aan Robinson Crusoë-genen, hè Ome Jan?
Tegenwoordig gaan er goede boten en zal het eiland voorzien zijn van stromend water en elektriciteit, dus een bezoek van toen kun je niet vergelijken met een bezoek nu. Alleen peins ik er niet over om nog een keer de tocht te maken.

School der Boerenballingen

Tot mijn verrassing ontdekte ik bij een tentoonstelling in het fort van Peniche, waar je tegen het vallen van de avond prachtige foto’s kunt maken – maar dit terzijde – , een uitvergrote foto van een ansichtkaart die we zelf ook hebben: de kaart met kinderen van het schoolklasje van de Boerenballingen die begin twintigste eeuw in de gebouwen in het park van Caldas da Rainha hun onderwijs volgden.

Het komt er op neer dat in 1901 van oorsprong Hollanders als vluchtelingen door Portugal zijn opgenomen. Hollandse vluchtelingen, dus. U leest het goed.

Deze gebouwen in het park van Caldas da Rainha staan al héél lang leeg. Er gaan geruchten dat ze worden verbouwd tot vijf-sterren-hotel. Maar eerst zien, dan geloven…

Hoe komen Hollandse Boeren in Caldas da Rainha verzeild?

Rond 1900 wordt er in Transvaal (Zuid-Afrika) hevig tussen Engelsen en de van oorsprong Hollandse Boeren gevochten. Zo’n 1500 Boeren, onder wie veel mannen die de wapens tegen de Engelsen hebben opgepakt, zijn richting de Portugese kolonie Moçambique gevlucht. In de hoofdstad, Lourenço Marques, het huidige Maputo, wordt de situatie met de dag nijpender. De Engelsen willen voorkomen dat de Boeren zich vanuit Portugees grondgebied organiseren om terug te slaan en eisen van Portugal dat de regering maatregelen neemt. Daarnaast zijn veel vluchtelingen er slecht aan toe, ziek en gewond. Elke dag overlijden er Boeren. Met de verkoop van goud verschaffen de Boeren zich een ticket naar Europa. Portugal krijgt van Engeland toestemming om de Boerenballingen op te nemen. In 1901 vervoeren Portugese schepen 1260 volwassenen en 173 kinderen naar Portugal. Hun status: vluchteling.

De voor die tijd immense groep (Hollandse) vluchtelingen verdeelt de Portugese staat over het klooster van Alcobaça, het fort in Peniche en –vermoedelijk- in de statige gebouwen in het park van Caldas da Rainha, waar veel vrouwen en kinderen worden gehuisvest. Het verhaal gaat dat de inwoners van Alcobaça vol verbazing toekijken hoe de Boeren aan het voetballen slaan om de tijd te verdrijven. Een onbekend spel! Net als rugby, waar de bevolking van Caldas da Rainha kennis mee maakt.

Ondertussen worden er in Nederland inzamelingen gehouden voor het goede doel: onderwijs in de Nederlandse taal voor de kindertjes van de ballingen te Caldas da Rainha. Door het drukken van ansichtkaarten die in kerken verkocht worden hopen ze de Boerenballingen in Portugal een hart onder de riem te steken. Mijn ansichtkaart uit 1901 en die uitvergrote foto in Peniche zijn daar een bewijs van.

Op 31 mei 1902 bezegelt een verdrag het einde van de oorlog en krijgen de ballingen toestemming van Groot-Brittannië om terug te keren. Het duurt nog maanden voordat alle vluchtelingen gerepatrieerd zijn. Pas eind augustus 1902 vertrekken de laatste Boerenballingen uit Caldas da Rainha via Lissabon richting hun geboortegrond in het zuiden van Afrika.

Fortaleza de Peniche, op het eind van een zonovergoten dag in januari. Het fort heeft overigens een beladen verleden. In de tijd van Salazar werden hier politieke gevangenen vastgehouden. Het is natuurlijk niet voor niets dat hier vandaag de dag het Museu Nacional Resistência e Liberdade is gevestigd.

Entree Fortaleza de Peniche.

Er is meer in Peniche!

Om te beginnen de vuurtoren. Wie met de auto naar de vuurtoren rijdt, ontdekt grillige rotspartijen, een allerliefst, uiteraard blauwwit betegeld, kapelletje (Nossa Senhora dos Remédios) en een stuk schiereiland waar houten vlonders rotsen verbinden (Papoâ).

Cabo Carvoeiro en de Farol (vuurtoren)

Bij de vuurtoren van Cabo Carvoeiro kijk je uit over indrukwekkende rotspartijen (bijvoorbeeld Nau dos Corvos) en heb je bij mooi weer goed zicht op de Berlengas.

Santuário da Nossa Senhora dos Remédios

Tussen Cabo Carvoeiro en Ilhéu da Papôa vind je nog een pareltje: de kapel van Nossa Senhora dos Remédios (Santuário da Nossa Senhora dos Remédios). Ernaast is onderwijsinstelling gevestigd. Uit een bezoek aan deze Escola Superior de Turismo e Tecnologia do Mar weet ik dat je hier een ruimte hebt die over zee uitkijkt. Wat een geweldige plek om te studeren!


Houten vlonders bij Ilhéu da Papôa

De ontdekking van deze afgelopen zomer was toch wel het gebied bij Ilhéu da Papôa, waar je over houten vlonders naar de uiterste rotspunt kunt lopen. Dus zo komt het dat ik na een jaar nauwelijks, op een doktersbezoek van mijn moeder na, niet in Peniche te zijn geweest, ineens twee dagen ná elkaar aan deze kust eindig. Beslist geen straf!

De volgende keer dat we in Peniche zijn willen we beslist eens lunchen bij een lokale vishandelaar met restaurant ernaast – Profresco – dat door velen aangeraden wordt. Tot nu toe vissen we steeds achter het net…

Op te zoeken via Google Maps:

Om op deze route te komen volg je als je vanaf het centrum komt de Estrada Nacional Sul en voor wie vanaf de A-8 en de IP6 binnenkomt de Estrada Marginal Norte de Peniche.

Ilhéu da Papôa met de houten vlonders

Vishandelaar en visrestaurant Profresco

Santuário da Nossa Senhora dos Remédios, heiligdom naast Escola Superior de Turismo e Tecnologia do Mar

Cabo Carvoeiro – farol, vuurtoren met de Nau dos Corvos

Fortaleza, fort, de Peniche, met het Museu Nacional Resistência e da Liberdade

Aardig restaurant in het centrum van Peniche: A Sardinha. Dit restaurant zit in een klein straatje, niet ver van het fort.

Peniche ligt zo’n 100 kilometer ten noorden van Lissabon

Geen beeldverhaal van Zin in Portugal meer missen? Tik je e-mailadres bij de volgknop in en ontvang een volgend verhaal meteen in je inbox.

Binnenkort beeldverhalen over de Salinas (zoutpannen) van Rio Maior en over de herfst in Portugal. Até breve!

2 reacties Voeg uw reactie toe

  1. riet schreef:

    30 jaar geleden was ik er ook eens en staat me de overtocht naar het eiland ook nog voor de geest.
    Het was dan ook nog grillig weer.

    Like

  2. Renske Kampf-Kluter schreef:

    Weer een mooie beschrijving van de historie en de plek. Renske

    Like

Plaats een reactie