Mijn tweekleurige stoofpeertjes met rode Port

Aan de Portugese Zilverkust verschijnen steeds meer appel- en peergaarden. Veel boeren zijn de laatste jaren overgestapt naar het telen van peren: de in Portugal beroemde ‘Pêra Rocha’. Nu betekent ‘rocha’ rots. Dus je zou de peer gemakshalve de ‘Rotspeer’ kunnen noemen. Je denkt dan meteen aan een peer die wellicht in een rots groeit of de vorm van een rots heeft. Door de naam word je op het verkeerde gedachtenspoor gezet. Het verhaal gaat dat de eerste kweker van deze peer de achternaam Rocha had. Vandaar dus dat de peer nog steeds ‘Pêra Rocha’ heet. Sommige steden aan de kust boven Lissabon staan periodes van het jaar volledig in het teken van deze ‘Pêra Rocha’. Ze hebben zelfs een heus ‘perenfestijn’. Het epicentrum van de ‘Pêra Rocha’ ligt rond Bombarral en Cadaval. Elk jaar is er in Bombarral begin augustus een ‘Festival da Pêra Rocha’. Tegelijk met het ‘Festival do Vinho Português’, trouwens. Peer en wijn combineren prima, ten slotte.

Op het ‘Festival da Pêra Rocha’ speelt, hoe kan het ook anders, de peer een zeer prominente rol, wat mijn man na afloop van een bezoek aan het festijn deed verzuchten dat hij geen idee had dat je een peer op zó veel manieren kon uitstallen: hangend, liggend, in kratten, aan touwtjes, op een standaard, versierd, in slingers. Kortom, peren prikkelen de fantasie. Dat moge duidelijk zijn.

Nu zijn die ‘rotsperen’ prima te eten, maar je kunt er ook ‘pêras bêbadas’ van maken.

Stoofpeertjes

‘Pêra bêbada’ vind ik trouwens een geestige naam voor een stoofpeer: ‘bêbada’ is dronken, dus een ‘pêra bêbada’ is in feite een dronken peer! In Portugal staan ‘dronken peren’ meestal als nagerecht op de kaart. Stoofperen zoals wij die kennen, gecombineerd met een heerlijk herfstgerecht, zie ik in Portugal niet vaak op mijn bord verschijnen.

Peertjes van Judith

Vorige week heb ik een mandje peren gekregen. Het zijn weliswaar Nederlandse peren. Zelf geteeld, in een stadstuin, door Judith. Van deze peren heb ik tweekleurige ‘dronken peren’ gemaakt. Wat een feest om ze als dessert op tafel te zetten! Met kaneelijs en een toefje slagroom zijn deze ‘dronken peren’ een ware traktatie.

Ingrediënten:
10/12 stoofperen
2 citroenen
2 liter wit druivensap of zoete witte wijn
1 liter water
400 gram suiker
2 theelepels kurkuma
2 laurierblaadjes
2 steranijs
1 fles rode port, een Ruby-port is prima!
maïzena

Voor de garnering:
verse munt

Tijdspad:
Stoven 1 uur of meer, daarna intrekken, uurtje of acht.
Dus: handig om de dag ervoor al te beginnen en de peren in ieder geval een nachtje te laten kleuren!

Stoofpeertjes citroenen snijden

Begin met de citroenen. Was ze en pers het sap. Bewaar de schil! Doe vervolgens het citroensap, het druivensap, het water én de schillen in een pan. Voeg suiker, laurier, steranijs én kurkuma toe. Kurkuma is een specerij en wordt ook wel koenjit of Indiase geelwortel genoemd. Je voegt de poedervorm van kurkuma of koenjit toe om de stoofperen mooi geel te kleuren en smaak te geven.

Stoofpeertjes; kurkuma toevoegen

Breng de pan bijna aan de kook. Schil ondertussen de peren. Als ze wat scheef zijn, snijd de onderkant recht, zodat ze later mooi blijven staan. Doe de peren in de pan en zorg dat het kookvocht tegen het koken aan blijft. Het is belangrijk dat de peren mooi egaal van kleur worden.

Stoofpeertjes in pan

Leg er desnoods een (oud) bord op de peren om ervoor te zorgen dat ze helemaal onder staan. Neem geen mooi nieuw bord. Met een beetje pech kleurt de kurkuma ook je bord…

Stoofpeertjes: bord erop

Afhankelijk van de grootte van de peren laat je ze minimaal een uur, maar waarschijnlijk, veel langer tegen de kook aan op het vuur staan.

Stoofpeertjes koken

Als de peren zachter aanvoelen, zet dan het vuur uit en laat ze in de pan afkoelen. Het kookvocht heb je later nodig, dus dat bewaar je in de koelkast.

Stoofpeertjes deel 2

Tegen de tijd dat de peren afgekoeld zijn, begin je met deel 2. Hiervoor heb je een glazen schaal nodig. Zelf vind ik een pyrex-ovenschaal handig. Schenk de port een centimeter of 3 in de schaal. Plaats nu de afgekoelde peren erin. Let er wel op dat de peren elkaar niet aanraken of omkukelen.

Stoofpeertjes richting Port

Stoofpeertjes in Port

Stoofpeertjes in Port

Stoofpeertjes in Port

Zet de peren, afgedekt, koel weg. Ze hoeven niet per se in de koelkast. Een koele plek buiten de koelkast is ook goed. Verplaats de schaal niet al te vaak, want dan kleuren de peren niet mooi egaal. Tegen de tijd dat je de peren wilt gaan serveren, pak je het kookvocht er weer bij. Dit breng je aan de kook. Bind het vocht met maïzena, zodat het dikker wordt. Doop vervolgens de peren die je met recht ‘dronken’ mag noemen na zo veel uur in heerlijke Port te hebben gestaan in het gebonden kookvocht. De ‘pêras bêbadas’ krijgen nu een mooie glans. Prik met een satéprikker of een mespunt een klein gaatje naast de steel en steek daar een muntblaadje in. Serveer de peren op borden of op een mooie schaal, van Bordallo Pinheiro of van Vista Alegre. De glanzende tweekleurige peren werden door onze gasten met veel áahs en óohs begroet. Altijd fijn, eer van je noeste arbeid in de keuken!

Stoofpeertjes op tafel

Plaats een reactie