Begin juni van vorig jaar ben ik op uitnodiging van Turismo de Portugal met een aantal journalisten en bloggers in Sintra geweest. Omdat ik zo ontzettend gecharmeerd ben geraakt door het Palácio de Monserrate leek het me een goed idee om terug te gaan voor ons tienjarig huwelijksjubileum, want wat is er nou romantischer dan schilderachtig Sintra en zo’n tuin waar je doorheen kunt dwalen?
Een beetje mist
Mist? Eigenlijk is het meer motregen op de ochtend dat we in Sintra arriveren. En geen parkeerplek bij Bed and Breakfast Palácio de Sintra. Dus we gooien ons plan om: eerst eten (zitten we lekker droog) en dan meteen het Palácio de Monserrate bezoeken. Die hotelkamer hartje centrum – waar we geen parkeerplaats kunnen vinden – komt later wel.

Het is een gekrioel van jewelste omhoog naar het Palácio de Monserrate. De kleine wegen zijn niet berekend op tuktuks, bussen en ontelbare auto’s, die de eerste kilometers ook nog eens in de berm van de weg geparkeerd staan en de smalle weg omhoog nóg smaller maken. Met zweet in mijn handen manoeuvreer ik mijn Fiatje kilometers omhoog richting het Palácio van de textielbaronnen Cook. Gelukkig blijken de meeste toeristen niet richting dit paleis te gaan. Die gaan naar het Palácio da Pena of blijven hangen bij Palácio de Seteias.
Palácio de Monserrate
Tot onze verrassing is het bij Monserrate rustiger dan elders en hoera, meteen een parkeerplek. Maar nóg plezieriger: hier geen regen. Dus we kunnen door de enorme romantische tuin dwalen. Wat een feest. Zelfs op een grijze en mistige dag in de winter. En nog mooier: we lopen hier nagenoeg alleen! De Mexicaanse tuin, de waterval, de ontelbare varens, de bloeiende camelia’s en vergezichten aanschouwen we samen. Hoe romantisch is dat?
Kleine kink in de kabel, de oude paden zijn nat. Dus mijn man maakt een flinke smakkerd doordat een steen los zit. Hij glijdt uit, maar weet zijn val te breken met de paraplu van mijn overleden vader. De plu knakt, maar mijn wederhelft heeft alleen een schrammetje en geen gebroken ledematen.
We kunnen in deze wildernis blijven doorlopen richting het paleis. Van de zomer heb ik voor mijn verjaardag van ome Jan een 110-jaar oude Duitse reisgids over Lissabon gekregen. Gevonden op de Dordtse boekenmarkt tussen veel andere boeken. Deze “Illustrierter Führer durch Lissabon nebst kurzen Anmerkungen über Portugal” roemt het park waar we nu doorheen lopen. In dit oude gidsje lees ik dat “der Park ist an gewissen Tagen für den Besucher geöffnet gegen Entgelt von 200 reis (90 Pfg.), das den Armen zufällt“. Tweehonderd reis, geen idee wat dat omgerekend naar de maatstaven anno 2018 is, maar tegenwoordig betaal je 6 euro als je 65-plus bent en 7,50 euro als je tot de jongere generatie behoort. En, kleine kanttekening: het geld gaat niet naar de armen, maar verdwijnt in de Portugese staatskas.
Paleis met een Hollands tintje
Het Palácio de Monserrate is eind negentiende eeuw door een Engelse textielbaron gekocht en opgeknapt. Mijn echtgenoot – met ietwat socialistische inborst – merkt fijntjes op dat het geld voor de wederopbouw van dit optrekje over de ruggen van zijn Engelse arbeiders verdiend moet zijn, terwijl hij hier in deze paradijselijke omgeving kon socializen met de Portugese adel.
Tegen de jaren dertig van de twintigste eeuw was het uit met de pret voor de familie Cook. De crisis noopt hen dit landgoed van 353 hectare te verkopen. Kopers: nul! Dus er wordt een beheerder gezocht. In de oorlogsjaren is Sintra een baken van rust. Portugal is immers neutraal. Wie Portugal als vluchteling weet te bereiken is veilig. Duizenden Joden zijn vanaf Lissabon richting de Verenigde Staten vertrokken of hebben hier het eind van de oorlog afgewacht. De Nederlandse baron Harinxma Thoe Slooten coördineert deels vanuit dit paleis de hulp aan een Hollandse vluchtelingenkolonie in de buurt (Praia das Maças).

Bed and Breakfast Palácio de Sintra
Aan het eind van de middag zijn we weer terug in het centrum van Sintra en weten we een parkeerplek om de hoek van het paleisje waar we overnachten te vinden. We zijn enorm in ons sas met onze kamer in de oude kerk, die later tot stadspaleis is omgebouwd en hartje Sintra ook nog eens over een tuin beschikt.

De kamers hebben de namen van koningen. Wij krijgen Manuel I toegewezen. Geweldig: een kamer met eigen terras en een badkamer waar elke koningin vast jaloers op is. Ook heel lief dat ze speciaal voor ons de kamer hebben opgewarmd. Maar 30 graden? We zijn geen Prins Bernhard…
Alles in dit hotel ademt de sfeer van romantiek uit. Ik ben reuze blij dat dit keer de plaatjes op internet op grond waarvan ik dit heb uitgekozen nu eens precies de sfeer weergeven. Ook bijzonder: dit stadspaleis is tegenover het beroemde Lawrence’s gelegen, de plek waar beroemdheden als Lord Byron en Eça de Queirós ooit hebben gelogeerd.
Zelfs in de mist, of misschien juist in de mist, is het een fijne plek om te overnachten. En na een nachtje in Sintra volgt een vorstelijk ontbijt aan een lange tafel.


Meer informatie of andere beeldverhalen over Sintra lezen?
Bed and Breakfast Palácio de Sintra We hebben hier in de kerstvakantie voor 119 euro in kamer Manuel I gelogeerd. De prijs van de kamers wisselt. Op dit moment kun je er al een kamer (met het vorstelijke ontbijt) voor 60 euro krijgen. Zelf heb ik via booking.com geboekt. Maar als je rechtstreeks boekt (en dat willen ze héél graag) krijg je de beste prijs!
F: palaciosintra
E: info@palacio-sintra.com
T: (00)351 213 420 511
W. palacio-sintra.com
Rua Consiglieri Pedroso 23
2710-550 Sintra

