Oude meuk of hartstikke vintage?

Ik stam uit een familie die werkelijk alles bewaart. Sterker nog: we denken ook dingen die door onze medemensen voor de schroot bestemd zijn beslist nodig te hebben. Oud vuil langs de weg? Ik moet me altijd bedwingen niet te kijken of er iets bruikbaars tussen zit. Mijn vader heeft van ons allen de grootste tik van de hergebruikmolen meegekregen.

Na zijn dood hebben we in de schuur negen wasmachines en ontelbare geisers gevonden. Deze huishoudelijke apparaten hebben jarenlang in het illustere gezelschap van een hele collectie hamers, nijptangen, beitels, kettingzagen en triljoenen soorten spijkers gebivakkeerd.

Schuur

Schuur

Ik weet zeker dat bouwmarkten uit de omgeving de dood van mijn vader flink gevoeld hebben: hun omzet is met tientallen procenten gekelderd. Dat moet haast wel! En ik snap waarom hij steeds iets nieuws nodig had: het is moeilijk zoeken in een uitdragerij. Mijn moeder heeft er na zijn dood maanden over gedaan om de schuur te betreden. Want waar begin je met opruimen?

Dus heeft mijn man op een koude decemberdag moed gevat en eerst al het kleine gereedschap geordend: veertig hamers, dertig nijptangen en tientallen klemmen in allerlei soorten en maten lagen aan het eind van de dag keurig in bakken. Daarnaast had hij kans gezien om de triljoenen spijkers in potjes te sorteren. Dapper hoor! Zes jaar na mijn vaders dood zijn we een eind gevorderd, maar nog steeds is de helft van de schuur een ongeordende bende. En dat is deels mijn schuld. Toen een buurman vroeg of we een oude graansorteerder, die ooit van mijn opa was geweest, terug wilden hebben (want bij hem stond het apparaat in de weg), heb ik in een vlaag van verstandsverbijstering iets te enthousiast gezegd dat hij hem in de schuur mocht zetten. Leuk, een museumstuk! Alleen: het is een kolossaal onding uit 1956 van drie meter breed en anderhalve meter hoog.

Het winkeltje

Jaren geleden hebben we de hele eerste verdieping van de boerderij omgedoopt tot ‘het winkeltje’. Alles wat een mens voorlopig niet nodig dacht te hebben, verdween naar boven. Met als gevolg dat de kamertjes vol kwamen te staan met citruspersen, pannen, vazen, schilderijen, borden, kleine meubels, ontelbare gourmetstellen en ander spul. Mijn moeders domein: alles keurig geordend met briefjes erop van wie het was geweest.

Doosjes met ‘oude soepterrine van Maria dos Remédios (door mijn moeder Marie van de Medicijnen gedoopt)’, ‘spiegel van oma’, ‘onderbroeken van Mariana’ (leuk hoor, die oude lange onderbroeken uit 1900!), ‘uitzet van Maria de Jesus’, ‘servetten van Celeste’ en zo kan ik nog wel even doorgaan. Keurig opgestapeld en opgeruimd, in tegenstelling tot de onbeschrijflijke chaos in de schuur van mijn vader was het domein van mijn moeder een toonbeeld van orde: alles opgestapeld en gerubriceerd.

lampenkapjes_02

Mama bezig met archief
Af en toe onderneemt mijn moeder weer een poging om alles te ordenen. Hier is ze bezig met het familiearchief

Bijkomend voordeel van ‘het winkeltje’: lange tijd hebben we over een schier onuitputtelijke voorraad kleine huishoudelijke apparaten kunnen beschikken. Citruspers kapot? “Even naar het winkeltje”, riepen we in koor. Boven konden we dan steevast kiezen uit een stuk of vijf citruspersen (geheel in stijl van de jaren zeventig oranje of donkerbruin gekleurd). Langzaamaan kregen we door dat sommige spullen best weer hip waren. Hollandse familieleden op visite gingen graag boven rondneuzen.

Oud glas

Duitse eethoek

En inderdaad, als je alles een jaar of veertig vergeet en flink laat verstoffen, wordt het vanzelf weer bijzonder. Eigenlijk heeft mijn moeder de aanzet tot de herontdekking van ‘het winkeltje’ gegeven, want die opperde in al haar onbevangenheid dat ze een Duitse eethoek voor de tuinkamer wilde laten maken. Bijgevallen door haar jongere zus trouwens: het leek beide dames een beregoed idee om de ruimte op te leuken met zo iets oerduits als een eethoek. Dat Duitse snap ik wel, hun moeder heeft in Dortmund in het jaar 1912 het levenslicht gezien . “Het jaar dat de Titanic verging”, zei mijn Duitse oma er zelf altijd enthousiast achteraan. Maar een eethoek? Zo 1912! Daarom van de week eens flink zelf in ‘het winkeltje’ rondgeneusd.

Telefoonmeubel

Wat tot nu toe in mijn ogen als oude meuk te boek heeft gestaan, blijkt ineens stukken minder onaantrekkelijk dan gedacht. Zo’n telefoonmeubel uit de jaren zestig kun je best een nieuw leven geven, toch? En die West Germany vazen schijnen collectors’ items te zijn. Bovendien: hartstikke Duits!

West Germany

Een dagje creatief stoeien met een kolenkit, petroleumfles, po, radio uit het jaar nul, tafel met onderstel van een singernaaimachine en een oude klok levert een huiselijk geheel op. Plantjes erbij en klaar is Kees. Nou ja… Mijn man houdt van strak. Dus die schrok zich natuurlijk de tandjes.

bordallo_pinheiro

DSC03466

Daarom schat: we verven wat meubels in de mondriaankleuren! Iedereen blij!
Mijn moeder die de oude meuk weer in gebruik ziet en van blijdschap kussen van ingelijste schilderijen gaat maken, mijn man met zijn mondriaantjes en ik, omdat mijn Bordallo Pinheiro schalen perfect matchen met oude meuk! Hoe Duits, Nederlands en Portugees wil je het hebben?

Bordallo Pinheiro kat
Bordallo Pinheiro hield erg van katten. De kat op tafel wordt tot op de dag van vandaag door de keramiekfabriek Bordallo Pinheiro (vestiging in Caldas da Rainha) gemaakt.

DSC03265

Maar dan nu de hamvraag: vanaf wanneer noem je oude meuk vintage of retro? That’s the question!

Frans Jozef

En Fransca: reuze bedankt voor het helpen inrichten!

Meer lezen over een Portugese familie met roots in Duitsland en Nederland? Klik hieronder op een linkje!

Frans Jozef Maria Henrique, de grijze panter
Fado, Fátima, Futebol en…Feyenoord?

Als je haar maar goed zit

Citroengemberthee

Boter en bacalhau in de oorlog

Hoe zat het ook alweer met Pedro en Inês de Castro?

Perdida, de verloren hond

Een intrigerende ansichtkaart uit 1901

Steken en streken: de jurk van de juf

Kippenhokdrama

Waar is dat feestje?

Plaats een reactie