De School der Boerenballingen te Caldas da Rainha, Portugal.
Rommelmarkten en internet struin ik bij tijd en wijlen af op zoek naar oude ansichtkaarten van Fátima, Nazaré, Óbidos, Batalha en Caldas da Rainha. Op een van die tochten ben ik deze kaart uit 1901 tegengekomen, die voor het ongehoorde bedrag van tweeëndertig euro de mijne is geworden. De kaart is origineel, daar valt niet aan te twijfelen. Maar tweeëndertig euro? Dat is toch even slikken. De meeste oude ansichtkaarten vind ik in Amsterdam, op de Noordermarkt. Voor vijftig cent vis ik daar de mooiste kaarten uit bakken.
Hoe dan ook: de kaart intrigeert me bovenmatig en sindsdien zoek ik naar aanknopingspunten. Ik vermoed dat de foto genomen is in de inmiddels grotendeels verlaten gebouwen in het park van Caldas da Rainha.
Aan de hoge raampartijen te zien, zou ik wel eens gelijk kunnen hebben. Maar hoe komen die Hollandse ballingen in 1901 in een Portugees provinciestadje terecht?
Rond 1900 wordt er in Transvaal (Zuid-Afrika) hevig tussen Engelsen en de van oorsprong Hollandse Boeren gevochten. Zo’n 1500 Boeren, onder wie veel mannen die de wapens tegen de Engelsen hebben opgepakt, zijn richting de Portugese kolonie Moçambique gevlucht. In de hoofdstad, Lourenço Marques, het huidige Maputo, wordt de situatie met de dag nijpender. De Engelsen willen voorkomen dat de Boeren zich vanuit Portugees grondgebied organiseren om terug te slaan en eisen van Portugal dat de regering maatregelen neemt. Daarnaast zijn veel vluchtelingen er slecht aan toe, ziek en gewond. Elke dag overlijden er Boeren. Met de verkoop van goud verschaffen de Boeren zich een ticket naar Europa. Portugal krijgt van Engeland toestemming om de Boerenballingen op te nemen. In 1901 vervoeren Portugese schepen 1260 volwassenen en 173 kinderen naar Portugal. Hun status: vluchteling.
De voor die tijd immense groep (Hollandse) vluchtelingen verdeelt de Portugese staat over het klooster van Alcobaça, het fort in Peniche en –vermoedelijk- in de statige gebouwen in het park van Caldas da Rainha, waar veel vrouwen en kinderen worden gehuisvest. Het verhaal gaat dat de inwoners van Alcobaça vol verbazing toekijken hoe de Boeren aan het voetballen slaan om de tijd te verdrijven. Een onbekend spel! Net als rugby, waar de bevolking van Caldas da Rainha kennis mee maakt.
Ondertussen worden er in Nederland inzamelingen gehouden voor het goede doel: onderwijs in de Nederlandse taal voor de kindertjes van de ballingen te Caldas da Rainha. Door het drukken van ansichtkaarten die in kerken verkocht worden hopen ze de Boerenballingen in Portugal een hart onder de riem te steken. Mijn kaart uit 1901 is daar een bewijs van.
Op 31 mei 1902 bezegelt een verdrag het einde van de oorlog en krijgen de ballingen toestemming van Groot-Brittannië om terug te keren. Het duurt nog maanden voordat alle vluchtelingen gerepatrieerd zijn. Pas eind augustus 1902 vertrekken de laatste Boerenballingen uit Caldas da Rainha via Lissabon richting hun geboortegrond in het zuiden van Afrika. Obrigado Portugal! Bedankt Portugal!
Het Paviljoen in Caldas da Rainha heeft verschillende malen als school gefungeerd. De foto is inderdaad daar genomen. Ik heb foto’s van binnen.
LikeLike
De ZuidAfrikaanse Boeren hadden in die jaren niets met Nederland van doen. Ze kwamen uit de onafhankelike staten Transvaal en OranjeVrijstaat. Het lijkt me trouwens een moeilijk leven voor zowel de Boer vluchtelingen die over het algemeen streng protestants waren als de Portugezen die naar ik aanneem streng Katholiek waren.
LikeLike