Dank je wel, João Goulão, voor je wijze drugsbeleid!

Het moet ergens eind jaren tachtig, begin jaren negentig van de vorige eeuw geweest zijn. Ik zit in ieder geval nog in mijn studententijd en ik kom terug van een waterpolotraining in het onovertroffen vijftigmeterbad van Olivais, de wijk die pal aan het vliegveld van Lissabon grenst.

Wat een feest om in dat vijftigmeter buitenbad te mogen trainen. Al durf ik ook eerlijk te bekennen dat ik na elke winter niet stond te trappelen als de overkapping eraf ging en we in steenkoud water weer onze eerste buitentraining hadden. Ik hoor Pedro, onze trainer, nóg brullen “Je gaat er nú in!”. Herinneringen aan dat bad komen boven. De keren dat de elektriciteit in de winter uitviel en we in het pikkedonker de weg naar de kant moesten zien te vinden in de wetenschap dat je een klein kwartiertje hebt voordat het doek – dat door lucht omhoog gehouden werd – op het water zou liggen. Oh en niet te vergeten het gedoe in de kleedkamer! Als je de pech had iets eerder weg te gaan en alleen in de immense kleedruimte met allemaal privécabines te belanden, kon je er vergif op innemen dat je een vent boven je hokje had hangen die graag meekeek hoe jij je badpak uittrok. Dan was het kwestie van hard brullen zodat de jongens in de sportruimte gewaarschuwd werden en ze zo’n voyeur in het trappenhuis konden opvangen. De rest laat ik aan de verbeelding over, maar meestal kwam dezelfde viezerik niet meer terug. Waren de heren uit de gymzaal niet beschikbaar, dan moest je je behelpen met een bezem die je uit voorzorg in je vizier hield.

Olivais eind vorige eeuw

De wijk Olivais is in mijn studententijd een plek met veel armoede en drugsproblematiek. Ik heb er beslist geen prettige herinneringen aan. Bewoners die in de stortbakken van het elf verdiepingen hoge flatgebouw hun grote elektrische apparaten kiepen en de hele boel tot zeven hoog verstoppen, waardoor ratten er een fijne woonplek aan overhouden. Ook leuk: huisvuil gewoon vanaf je balkon naar beneden kiepen. Met een beetje pech, kun je dan voordat je de bushalte bereikt een poepluier of maandverband van je bol plukken. Of dat buurmeisje dat zwanger raakt, trouwt met een man die er geen zin in heeft, van de familie een videorecorder als bruidsgeschenk krijgt en verbaasd is als hij na twee maanden de benen neemt en alleen de videorecorder meeneemt.

Waarom ik hier ineens aan moet denken? Dát komt door de Volkskrant. Daarin heb ik vanmorgen een artikel gelezen over de succesvolle aanpak van het Portugese drugsbeleid. Drugsverslaafden worden sinds 2001 niet meer gezien als criminelen, maar als patiënten en intensief begeleid. Word je betrapt met kleine hoeveelheden drugs (van cannabis tot heroïne) dan krijg je niet meer te maken met Vrouwe Justitia maar met hulpverleners (en nee, dat is dan niet op vrijwillige basis, je móet langs voor een gesprek en zij bepalen welk traject je ingaat). Heb je meer bij je dan voor pak hem beet 10 dagen, dan word je gezien als drugsdealer en ben je uiteraard wel flink het haasje. Deze aanpak leidt ertoe dat Portugal weinig drugsdoden per miljoen inwoners kent (acht lees ik, in tegenstelling tot de 20 drugsdoden in Nederland).

En voor mij heeft het in ieder geval ook opgeleverd dat ik, afgezien van die hinderlijke wietverkopers op de Avenida da Liberdade, nauwelijks nog in aanraking kom met deze schimmige wereld, die bij mij al gauw een groot gevoel van onveiligheid oproept. En niet voor niets, want alles wat in het artikel staat klopt! Ik realiseer me ineens dat ik dit allemaal heb meegemaakt. Niet van het zwembad naar het nare flatgebouw waar ik destijds woonde durven lopen omdat je door drugsverslaafden in het gunstigste geval lastiggevallen wordt en in het ergste beroofd. Of thuiskomen van een training en dekking moeten zoeken omdat er vanuit jouw flatgebouw drie hoog op een auto beneden wordt geschoten en dat je niet eens meer denkt ‘oh wat raar’. Je raakt gewend aan de trieste aanblik in het trappenhuis van drugsnaalden die je elke ochtend in de aarde van de van bloemen gespeende bloembakken terugvindt en je lacht vriendelijk terug naar die aardige buurjongen van je eigen leeftijd die je tandeloos in de lift hopeloos verslaafd maar bijzonder vriendelijk toelacht. Hij is maar 27 geworden, Ilias. God hebbe zijn ziel, al heb ik hem ook wel eens achter het behang willen plakken omdat hij een periode heeft gekend waarin hij me escudo’s afhandig maakte door te beweren dat hij die nacht ervoor heeft gezorgd dat de koplampen van mijn autootje er nog opzitten doordat hij zijn maten ervan heeft weerhouden ze van mijn wagen te halen. Als dank voor deze bescherming ben ik hem toch wel wat verschuldigd, vindt hij. Ilias heeft daarna helaas iets te snel door dat, naïeve gans die ik ben, je een week later best meer escudo’s kunt vragen als je het over de hele auto hebt. Mijn oplossing verdient ook niet de schoonheidsprijs maar melden dat ik iemand kende die de rest van de tanden uit zijn toch al gehavende bekkie kon slaan was voldoende om zijn buurmeisje voortaan met rust te laten. Nooit meer last van die arme Ilias gehad. Al was de status quo wel dat hij soms nachten in mijn autootje doorbracht en ik van elk pak koekjes in mijn dashboard alleen een wikkel en de kruimels terugvond. Dáár kan een mens mee leven, toch?

Lezen, hoor, dat artikel van Dion Mebius met mooie foto’s van Gonçalo Fonseca op pagina 14, 15 en 16 van de Volkskrant van 26 juni 2021 ! Online is het artikel hier te vinden: Hoe een zachte hand grootverbruiker Portugal van de drugs redde.

Geen (beeld)verhaal van Zin in Portugal meer missen? Tik je naam bij de volgknop, dan ontvang je voortaan elk nieuw bericht automatisch in je inbox.

3 reacties Voeg uw reactie toe

  1. Netty schreef:

    Geweldig geschreven artikeltje weer! Goed te lezen dat de Portugese aanpak succesvol is. Goed eens naar die wijk te gaan om te zien hoe het nu is.

    Like

  2. Esa Caldas schreef:

    Dank, Netty. Ik rijd nog vaak door Olivais, hoor. Vooral als ik iemand van het vliegveld moet ophalen en tijd over heb. Dan gaan we via de Avenida do Berlim langs ‘mijn oude’ zwembad richting Parque das Nações om even aan de Taag te flaneren, te winkelen in het fijne Vasco da Gama of een hapje te eten. De plek waar nu Parque das Nações (‘estação Oriente’) gesitueerd is, was in mijn studententijd een industriegebied. Daar wilde je nog niet dood gevonden worden ;-). Deze hele buurt is enorm opgeknapt doordat de chemische industrie naar een ander gebied, meer landinwaarts, is verplaatst voor de komst van de wereldtentoonstelling in 1998. Ik kan me nog goed herinneren dat ik daar op de openingsdag was en mijn ogen uitkeek. Wat een geweldige kans is dat geweest om dit stuk van Lissabon weer goed op de kaart te zetten!

    Like

  3. Leni Vermeiren schreef:

    Prachtige en zeer interessante bijlage van deVolkskrant Obrigadinha Len
    Outlook voor iOS downloaden ________________________________

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s