Het wordt tijd om het kerstcadeau van mijn moeder te verzilveren, voordat kerst 2022 voor de deur staat. In het kader van “Zeg maar ja tegen het leven en maak mooie herinneringen” belanden we in Palácio do Buçaco (Bussaco in de voormalige spelling). Zo’n vijftien jaar geleden hebben we hier een nachtje geslapen en dat is een onvergetelijke herinnering geworden. Ik weet nog dat we enorme lol hadden omdat ze destijds voor de ‘gouden leeftijd’ speciale prijzen hanteerden. Een leeftijd die mijn man toen nét had bereikt. Boften wij even!
Van het verblijf destijds herinner ik me natuurlijk de magnifieke zalen, tegeltableaus en het diner buiten op de varanda. Maar ook, de pauw die een oorverdovend kabaal produceerde, de wandeling door het bos en de verbazing toen er een jongetje naar mijn man kwam rennen en hem om een handtekening vroeg. Zijn vader zei trots: “Dat doet hij bij alle beroemde voetballers“. Ik snap dat in dit hotel beroemde voetballers en de binnen- en buitenlandse jetset logeert, maar mijn man, die misschien met veel fantasie iets van Cruijff wegheeft, heb ik tot op heden alleen tennisballen zien raken.
Mijn wederhelft roept wel vaker bijzondere associaties op. Laatst zaten we bij de Japanner, Mishi Mishi, tegenover het busstation in Caldas da Rainha te eten en toen kwam een ober naar hem toe met zijn smartphone. Op die smartphone een afbeelding van iemand. “Bent u deze meneer?”, werd er enigszins timide aan hem gevraagd. Het duurde even voordat mijn man door had dat hij voor Bill Gates werd aangezien. Bill Gates, stel je voor! Jullie snappen dat wij hier tot op de dag van vandaag lol om hebben en nu iedere keer dat wij bij Mishi Mishi binnenlopen roepen : Bill Gates is back in town.
Slag om Bussaco
Tijdens de derde invasie van de leger van Napoléon is er hevig in het woud van de Serra do Bussaco gevochten. Op 27 september 1810 hebben hier de Portugees-Engelse troepen, onder het commando van Arthur Wellesley, de latere Duke Wellington, tegenover ruim 65.000 Fransen onder leiding van maarschalk André Massena gestaan.
Maarschalk Massena heeft de opdracht gekregen om de Britse troepen van het Iberisch Schiereiland weg te vagen.

Tijdens het Napoleontische tijdperk is er hevig in Portugal gevochten, vooral in de buurt van Torres Vedras. De regio rondom Caldas da Rainha heeft ook het nodige te verduren gehad. Via de mondelinge overlevering kennen we verhalen uit de tijd van Napoléon en de gevechten die er plaats hebben gevonden.
Nog niet eens zo lang geleden stond er hier vlakbij een oude boom die nog de kogelgaten droeg van deze schermutselingen. En het schijnt dat de Portugese troepen die tegen het leger van Napoléon hebben gevochten op onze heuvel hebben gelegen en in het kruis met sokkel uit 1689 een inkerving ‘1800’ hebben gemaakt.


Daarnaast wordt er verteld dat in het eucalyptusbos vlakbij een Franse hoer tot de verbeelding sprak (tot op de dag van vandaag heet de weg die langs het bos loopt ‘Rua da Francesa’).

Op 27 september 1810 ontmoeten bij de Slag om Bussaco 25.429 Portugezen en 26.843 Engelsen de Franse troepen voor de genadeslag. Ik kan het me nauwelijks voorstellen wat dit betekent. Meer dan 100.000 man die met elkaar vechten. De logistiek alleen al. En de onbeschrijfelijke ellende achteraf. Ik lees dat er deze zevenentwintigste september 1810 maar liefst 1252 soldaten aan de Portugees/Engelse kant zijn omgekomen en 4486 aan Franse zijde, onder wie 5 generaals. De slag om Bussaco (Batalha do Bussaco) is door het gemengd Portugees/Engelse leger van Wellington gewonnen, dat wel (anders hadden we hier wellicht nu Frans gesproken).

De dag na dit ware slagveld ontdekt de Franse maarschalk André Massena een vluchtroute voor zijn gehavende troepen via het westen van het gebergte van Bussaco en laat Wellington zijn troepen meteen naar de Linhas de Torres Vedras sturen. Geen rust dus voor de kemphanen.
Wij zijn zelf wel eens in het marstempo van de troepen van Napoléon de tien kilometer van waar we in de heuvels zitten naar Caldas da Rainha gewandeld. Probeer je maar eens langdurig met 112 passen per minuut te verplaatsen (en soldaten liepen ook nog eens bepakt). Geen sinecure!
In het paleis ontdekken we in de hal veel tegeltableaus die herinneringen aan de door de Portugezen gewonnen Batalha do Bussaco levendig houden.

Bouw van het Bussacopaleis
De vorige keer dat we hier voor de deur hebben gestaan, twee jaar geleden, is het paleishotel voor renovatie gesloten. We zijn in het belendende Luso en willen er koffie drinken – over Luso heb ik al eens geschreven. Luso is een lieflijk kuuroord waar Água do Luso vandaan komt (dat in bijna elk restaurant op tafel staat)! Meer lezen, klik op: Een kuuroord en een paleis: Luso en Buçaco -.
Omdat het tijdens de covid-pandemie niet rendabel is om een vijfsterrenhotel in een paleis midden in de bossen, waar geen toerist meer komt, open te houden, wordt de tijd gebruikt om de nodige dingen te herstellen. Slim! Daar plukken we anno 2022 de vruchten van.












Het paleis van Bussaco wordt in Portugal gezien als het laatste bouwkundige feit uit de nalatenschap van de Portugese koningen. De Portugese dynastie eindigt dramatisch tijdens een tochtje per koets over de huidige Praça do Comércio in Lissabon: koning Dom Carlos en zijn zoon, kroonprins Luis Filpe worden op 1 februari 1908 door een Republikein doodgeschoten. Einde monarchie.
Maar eind negentiende eeuw kent Dom Carlos zijn lotsbestemming nog niet en geeft hij de Italiaanse architect, Luigi Manini, de opdracht om in het woud van Bussaco een paleis te bouwen en een tuin aan te leggen. In Europa verrijzen in die tijd wel meer bijzondere paleizen. Zo laat ‘gekke’ koning Ludwig van Beieren Neuschwanstein bouwen. Ik vermoed dat de Portugese koning graag met deze trend meedoet en kosten nog moeite spaart om andere vorstenhuizen te imponeren. Naast Luigi Manini werken, in verschillende fases, nog een aantal architecten (Nicola Bigaglia, Manuel Joaquim Norte júnior en José Alexandre Soares) aan het gebouw dat we nu kennen als Palácio do Bussaco.
Palácio do Bussaco kenmerkt zich door de neomanuelijnse stijl. Het grijpt terug op de stijl uit de gloriedagen van Portugal als groot koloniaal rijk. De oorspronkelijke manuelijnse stijl is de typisch Portugese kunstuiting uit de tijd van de ontdekkingsreizen. De manuelijnse stijl is tijdens de heerschappij van koning Manuel I (1495-1521) ontstaan, maar de naam is pas in de 19e eeuw in gebruikt geraakt om deze creatieve stroming met veel gevlochten touwen, zeemotieven, takken en bladeren aan te duiden. In Lissabon vinden we de visitekaartjes van deze stijl : de Torre de Belém en het klooster Mosteiro dos Jerónimos. Zoals we nu social media als marketinginstrument gebruiken om een beeld van onszelf of ons bedrijf (koninkrijk) te promoten, zo werden destijds gebouwen ingezet om te laten zien hoe goed of hoe groot de macht (van een koning) was. Tot op de dag van vandaag komen bezoekers uit de hele wereld over om de Torre de Belém en het Mosteiro dos Jerónimos te bewonderen, dus missie geslaagd!
Eind negentiende eeuw is de glorietijd van de ontdekkingsreizen van Portugal allang achter de rug, maar dat weerhoudt Dom Carlos er niet van om de architecten een paleis neer te laten zetten dat al eeuwen oud lijkt en en passant ook nog recentere historische feiten op tegeltableaus te verwerken.
Buitenlandse filmmakers op zoek naar een locatie die een sfeerbeeld van klassieke grandeur oproept zijn onlangs in dit paleis beland en hebben er de laatste Magnumijsreclame opgenomen (dank voor de tip, Tiago!). Hieronde de reclame én het kijkje achter de schermen bij de opnames. Voor wie het paleis al eens bezocht heeft, een feest der herkenning!
Palácio do Bussaco en tuin bezoeken?
Voor wie het paleis, dat inmiddels alweer lang een hotel is, wil bezoeken, raad ik aan om naar de site van de keten waartoe dit paleis hoort te gaan: Almeida Hotels. Deze Portugese keten heeft trouwens meer bijzondere hotels in beheer. Voor een lunch- of dinerafspraak in Palácio do Bussaco bel je het telefooonnummer op deze site.
Je betaalt bij een tolpoortje 6 euro voor je auto om het woud waarin het paleis ligt te bezoeken. De tuinen en het woud zijn daarna vrij toegankelijk. En volgens mij kun je gewoon in de lounge of buiten op de galerij koffie drinken als je daar bij de receptie naar vraagt. Op die manier krijg je een beetje de sfeer van het gebouw mee (in ieder geval zie je het mooie betegelde trappenhuis en de koninklijke entree). Ik meen me te herinneren dat ik 2 of 3 euro voor een “café” zag staan, een redelijke prijs voor zo’n entourage.


Reken voor een etentje een onPortugees bedrag (menu’s variëren van 70 tot 130 euro). En glas wijn kost 9 euro. Tijdens de lunch serveren ze à la carte. Wij hebben een voorafje, een hoofdgerecht, een toetje en koffie toe genomen en waren ruim zestig euro per persoon kwijt. Volgens mijn man is de rode huiswijn van het eigen merk onovertroffen. De hele terugweg naar Caldas da Rainha heeft hij er gelukzalig aan gerefereerd.




Je kijkt je ogen uit en afdalend op de majestueuze trap waan je je als gewone sterveling echt even een prinses. En wat te denken van een lunch op de koninklijke varanda? Net als in de Magnumreclame: get old or get classic! Magnum heeft het goed gezien: ouder worden gaat vanzelf, maar klassiek? Als je ja tegen het leven blijft zeggen, word je dat vanzelf in zo’n omgeving, al is het maar voor eventjes. En over blijvende herinneringen maken gesproken: unforgettable!

Geen blogpost van Zin in Portugal meer missen? Tik je e-mailadres in bij de volgknop en ontvang net als 680 anderen de volgende beeldverhalen meteen in je inbox.
Até breve!






Leuk en leerzaam artikel, Eva, over Bussaco. Met name ook omdat het bij ons (Cedrim, Sever do Vouga) in de buurt is. Wij gaan er zeker een keer kijken.
LikeLike