Geen cola, niet stemmen en zoenen?

Vrouwen mochten stemmen als ze de middelbare school hadden afgemaakt. Wilde je trouwen en was je beroep verpleegster, telefoniste of stewardess? Jammer! Dan was je je baan kwijt. Stond je voor de klas en ging je naar het altaar, je had speciale toestemming nodig om te blijven lesgeven. Tot 1969 hadden alle getrouwde vrouwen sowieso toestemming van hun echtgenoot nodig om het land te mogen verlaten. Als vrouw werd je geacht je niet te masculien te kleden. En als man niet te feminien. Geen vrijheid van meningsuiting, zeggen wat je wilt was er niet bij. Boeken, muziek, tekeningen en het nieuws waren onderhevig aan ‘het blauwe potlood’, de censuur. Bijeenkomen om over politiek of ideeën te praten? Dat kon niet, want dat was verboden. Cola drinken was uit den boze, want Cola werd geassocieerd met cocaïne (what’s in a name, haha) én een Amerkaanse levensstijl. Je geliefde kussen op straat? Dát leverde je, als je pech had, een geschoren kop op. Voorbehoedsmiddelen? Verboden? Abortus? Twee tot acht jaar gevangenisstraf. De minimumleeftijd om te trouwen voor een meisje was 14, voor een jongen zestien. Was je geen maagd meer? Dan kon je man je verwerpen en stond de wet aan zijn kant. Kinderen die buiten het huwelijk om werden geboren, kregen niet dezelfde rechten als kinderen die binnen het huwelijk werden geboren en alleenstaande vrouwen hadden geen enkele wettelijke bescherming. Je mocht als man je vrouw vermoorden als je haar op heterdaad tijdens overspel betrapte (zo’n moord leverde slechts zes maanden verwijdering van de plek waar je woonde op). In het burgelijk wetboek stond ook dat ‘o governo doméstico pertence ao mulher durante a vida em comum‘, het leiden van het huishouden behoort de vrouw toe tijdens het leven samen.

Das war einmal“, zou mijn Duitse oma hebben gezegd. Gelukkig maar, zeg! Maar het idee dat tot mijn zesde dit mijn rechten als vrouw waren en dit nu nog zo zou zijn als de anjerrevolutie niet zou hebben plaatsgevonden, is toch wel iets om over na te denken. Dit is dus pas negenenveertig jaar geleden! Ik weet niet beter of ik kan trouwen zonder mijn baan te verliezen, ik kan schrijven wat ik wil en mijn man kussen in het openbaar, zonder een kaal hoofd te riskeren. Wat een zegen dat er 25 april 1974 een einde kwam aan een lang tijdperk van dictatuur.

Van het een naar het ander

Het schoot na 1974 wel meteen een beetje door naar de andere kant. Van enorme beperking naar vrijheid. Wat gebeurt er dan? Nou, om te beginnen hebben de hoeveelheid pornoblaadjes die destijds ineens massaal verkrijgbaar waren in Portugal wel een en ander in gang gezet (lees: ik heb aardig wat vrienden die net ná 25 april 1974 verwekt zijn). Het einde van het dicatoriale regime betekende ook het einde van Portugal als koloniale natie. Portugezen die tot 1974 een prinsheerlijk leven in Afrika hadden, konden halsoverkop vertrekken en terugkeren naar het moederland. Ik herinner me Ulixes (schitterende naam trouwens) die doodongelukkig zijn dagen ineens samen met de rest van de familie in een piepklein appartement in Olivais (Lissabon) moest slijten. En met hem velen die eind jaren zeventig en begin jaren tachtig gebroken naar Portugal zijn teruggekeerd en er lang over gedaan hebben hun leven weer enigszins op de rails te krijgen.

Als ik aan mijn tante Tia tijdens het avondmaal vraag hoe zij 25 april 1974 heeft beleefd, antwoordt ze: “Nou het was een gewone dag hoor. Dat was iets in Lissabon. Bovendien vond je oom het maar niks, het was geen oorlog of zo, we hebben gewoon gewerkt”. Toch voegt ze er even later aan toe: “Ik vond wel dat er daarna minder respect was”. Hoe ze dat precies bedoelt, wordt ons niet helemaal duidelijk, maar ik denk dat het natuurlijke gezag naar ouderen toe ineens minder werd en dat ze dat niet prettig vindt, want vrij snel daarna kwam het verhaal dat ze een flink pak rammel van haar pa had gekregen, omdat die dacht dat ze aan haar moeder had verraden dat hij van plan was zijn minnares, jawel, de schooljuf Dona Alice, naar Fátima mee te nemen voor een uitstapje. Wat je met je buitenechtelijke verhouding in Fátima doet is me een raadsel, maar zoals zo vaak in landen waar strenge beperkingen heersen: alles kan, als het maar niet aan het licht komt. Kortom, als je maar geen loslippige vierjarige dochter hebt. Ze vertelt vol trots dat ze de dag erna geen zin had om haar pa, mijn opa, met een kus ’s morgens te begroeten. Ze heeft het wel gedaan en er een vies gezicht bij getrokken. Dit leverde weer een reprimande van haar moeder op, want die vond dat niet netjes (en dom, want dan zou haar vader misschien nog een keer boos worden). Tja…

Hoe we er op komen, geen idee, maar mijn tante zit op haar praatstoel en gaat van het pak rammel over op de merrie, die erg mooi en rustig was. Paardrijden was niet zo haar ding: “Nee,, ik reed gewoon op de ezel. Ik ben maar klein en zo’n paard is veel te hoog voor mij, maar je vader! Die klom er zo op en reed als zevenjarig jongetje het paard van de markt nabij Golegã naar huis. Hij zat altijd op onze ‘égua’ ” – égua is merrie in het Portugees -, blijkbaar heeft ze nooit een naam gekregen, apart, want ik weet tot op dag van vandaag dat de herdershond Nero heette. Tante Tia mijmert verder: “Deze merrie heeft vast bij het stierenvechten gediend, want als ze onze koeien en vooral onze stieren zag, dan deed ze wat paarden in de arena doen, het hoofd afwenden en het lijf naar een andere kant sturen”. Daan vraagt wat ze van stierenvechten vindt. “Ben er niet dol op, maar kan me herinneren dat ik als klein meisje wel eens ben gaan kijken met mijn vader en moeder. Hoe oud zal ik zijn geweest? Een jaar of vijf? Ik heb vreselijk gehuild, omdat ik het zo zielig voor de mannen vond. Ik dacht dat de stier ze dood zou maken, maar ze stonden gewoon in een rij te wachten om de stier te temmen (- voor wie dit gebruik niet kent: dit zijn vaak boerenzonen die in een rij voor de stier gaan staan, de stier stormt op ze af, de voorste pakt de hoorns en de anderen stoppen de stier door tegengas te geven, een hangt dan aan zijn staart – ). Vooral na afloop was het spannend, weet ik nog. Mijn moeder wilde meteen naar huis. Dus daar gingen we, tien kilometer de heuvels weer in. Mijn vader op de fiets. Hij was de enige hier in het dorp met een fiets toen! Wij om de beurt op de ezel. Mijn moeder vond het maar niets. Wist je dat de stieren die naar zo’n gevecht gingen niet in een wagen zaten? Nee, joh, er waren helemaal nog geen veewagens! Die werden door hun hoeder van Santarém naar Caldas gedreven én van daar weer naar een andere plek. Vaak raakte zo’n stier of een paar ervan los en dan had je de poppen aan het dansen. Het was dus niet ondenkbaar dat je na zo’n stierengevecht ineens een echte stier in het wild tegenkwam. Mijn moeder heeft de ezel de hele weg zo aangespoord dat we snel thuis waren. Geen stier meer gezien, gelukkig.” grinnikt ze. “Oh, nee, ik ben niet dol op stierenvechten, dat was toch je vraag?”.

We willen de democratie vieren!

We willen de democratie vieren? Maar waar? We lopen alles mis… Het plan was om naar het hijsen van de vlag te gaan kijken. Er staat ten slotte genoeg gepland.

Caldas da Rainha gaat er prat op de aanzet voor de anjerrevolutie te hebben gegeven. Op 16 maart 1974 is er namelijk in de plaatselijke kazerne, waar sergeanten worden opgeleid, een kleine opstand neergeslagen. Op 25 april sloeg de vlam écht in de pan en was de anjerrevolutie een feit. Dus ik heb 49 jaar later om dit te vieren een jurk aangetrokken die hier al jaren in de kast hangt en ondertussen aardig retro is. We blijven iets te lang hangen bij Citrus, omdat de zon zo lekker schijnt en we genieten van de koffie met pastel de nata. Hierdoor arriveren we tien over elf bij het gemeentehuis. Blijkbaar houdt de huidige burgemeester van de Engelse klok, want de vlag prijkt al fier aan de vlaggenmast. Of nee, ik denk dat die beste man zelf toe was aan koffie, want we zien hem met in zijn kielzog zijn gevolg naar Maratona benen voor iets lekkers.

Vlag hangt, nu koffie!

Dát was het dus, 25 april 1974 – 25 april 2023. We gaan maar flaneren, zoenen en filosoferen. Leve de revolutie!

Volgend jaar zijn we op tijd, prometo!

Geen beeldverhaal van Zin in Portugal meer missen? Tik je e-mailadres in bij de volgknop. Een volgend verhaal verschijnt dan meteen in je inbox!

2 reacties Voeg uw reactie toe

  1. fadistasloucos schreef:

    Vergis je niet: in Nederland mochten vrouwen tot 1956 ook niet werken als ze getrouwd waren en was de man tot 1971 hoofd van het gezin, met alle uitvloeiselen van dien: de plicht je man te volgen etc. Hem gehoorzaamheid verschuldigd zijn etc. Stond gewoon bij ons in Nederland in de wet!
    Ook in Nederland waren vrouwen ook tot 1956 zgn handelingsonbekwaam en mochten ze geen eigen bankrekening of zelfstandig zaken doen!

    Verstuurd vanaf mijn iPhone

    Geliked door 1 persoon

  2. Evelien schreef:

    Weer een geweldig verhaal. Mooi om stuk geschiedenis te lezen

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie