Ons doel hebben we wéér niet bereikt. Voor de tweede keer gaan we naar Lissabon om het nog geen jaar geleden geopende Museum Maat in Belém van binnen te bekijken. Maar al gauw laten we ons plan varen…

Mercado da Ribeira – Time Out Market
Omdat we bij Cais do Sodré zijn uitgestapt, gaan we eerst naar de oude markthal schuin tegenover dit metro-, tram- en treinstation aan de oevers van de Taag. Kom je van Estoril of Cascais of wil je juist naar een badplaats aan de Linha do Estoril (Oeiras, Carcavelos, Estoril, Cascais) dan stap je hier uit of juist op. Het is daarnaast ook een mooi punt om in tram 15E naar de wijk Belém te stappen.
Tegenover dit station ligt de oude markthal van de Mercado da Ribeira. Tegenwoordig erg hip. De markthal staat nu bekend als Time Out Market. Overdag is een deel nog in gebruik voor groente-, fruit-, vlees-en visverkoop. Maar de meeste mensen komen hier niet om een courgette te kopen. Nee, die komen voor het gedeelte waar een trendy food court is gevestigd.


Een van mijn favoriete pastel de nata-zaken zit hier: A Manteigaria. We beginnen de dag dus met een ovenverse pastel én een koffie.
Over koffie gesproken. Zoiets modieus als een cappuccino bestellen? Begin er niet aan. Negen van de tien keer krijg je heet water met wat oploscappuccino erin. Doe gewoon Portugees en bestel een Galão (spreek uit kaa-lauw)! En wil je een Latte, neem dan een Garoto (ka-roo-toe). Houd je meer van koffie met melk? Dan is een Meia de leite direta (mee-ja de lij-teh diereh-ta) een aanrader. Volgens mijn moeder is dat ‘direta‘ echt een must. Dan zetten ze in ieder geval verse koffie, met versgemalen bonen. Doe je dat niet, dan gaat het hete water door koffie die al een keer eerder gebruikt is. Zelf nemen we trouwens altijd een bica (bie-ka), een piepklein kopje sterke koffie. Heerlijk! Wil je meer weten over de koffiecultuur in Portugal? Lees dan de blogpost: Koffie? Wordt het een bica, meia de leite direta, americano, abatanado, galão of garoto?

Barcelona? Parijs? Istanbul? Londen? Berlijn? Nee, we gaan dit jaar naar Lissabon!
Lissabon is razend populair op dit moment. Ik heb het idee dat veel mensen over hun stedentripje hebben nagedacht. Barcelona? Parijs? Istanbul? Londen? Berlijn? Laten we dat in deze tijden niet doen. Hé, we zijn nog nooit in Portugal geweest. Lissabon. Ja, Lissabon! Zullen we daar eens een kijkje gaan nemen?

Mijn mond viel laatst open toen we vrienden op bezoek hadden en die zeiden: “Ze zeggen altijd van Italië dat je daar om elke hoek iets moois ziet. Maar dat is hier net zo! Wat hebben we een mooie kerken, pleinen en vergezichten gezien. En ook plezierig, we betalen nog geen euro voor een koffie!” Tja, en het mooie is, ik vertel het ze al jaren. Dat ze daar nu pas achter komen…
Voor de Mercado da Ribeira, vooruit de Time Out Market (vreselijke naam voor zo’n oude markthal), hebben we de lange rij wachtenden bij de tram (15 E) richting Belém zien staan. Daar hebben we geen zin in. Onder het genot van ons kopje koffie bedenken we een nieuw plan: we gaan niet met de tram, maar op de fiets naar Belém! Als ervaringsdeskundigen weten we dat je er lopend een uurtje of twee over doet om van dit punt naar Belém te gaan (hebben we van de winter gedaan), dus met de fiets zijn we er vast in drie kwartier.
Een fiets huren
En we hebben mazzel. Vlakbij Cais do Sodré/Mercado da Ribeira (Time Out Market) zit op het rustige pleintje van Largo Corpo Santo – tussen Cais do Sodré en de Praça do Comércio in- een zaak die fietsen verhuurt.

Pech voor ons, bij LisbonHub van Bike Iberia zijn de goedkoopste fietsen al vergeven, maar de iets duurdere nog niet. Gelukkig! Voor 20 euro krijgen we een betere fiets voor vier uur mee. Langer kan ook, maar dan betaal je het dagtarief van 25 euro. De goedkopere fietsen waren 15 euro voor 4 uur en 20 euro voor een hele dag. En ik lees in hun folder dat het allemaal nog goedkoper kan, als je voor een budget bike rental met je familie gaat of als je je als groep – van tevoren- meldt. En ja, fietskarretjes waar één of twee kinderen in kunnen hebben ze ook. Gezien de populariteit lijkt het me verder verstandig om even te bellen of te mailen als je van plan bent Lissabon op de fiets met meer dan twee personen te verkennen.
Nu ken ik de hoofdstad van Portugal goed. Op de fiets de stad Lissabon in: gekkenwerk! Maar langs de Taag kun je prima van de Baixa (Down Town Lissabon) naar Belém fietsen – en verder, heb ik begrepen.
Sterker nog, de gemeente van Lissabon heeft zo’n beetje langs de hele route van de Baixa naar Belém een keurig fietspad aangelegd. Chapeau!
Cais do Sodré is dus een mooi vertrekpunt. We fietsen eerst richting de ‘golden gate’-brug van Portugal: de Ponte 25 de Abril. Wat een feest is het om hier te fietsen! Langs het estuarium van een rivier die steeds breder wordt. Rechts van ons de hectiek van de stad. Links het water. Je kunt het slechter treffen. Vlak voor de brug, bij de docas de Alcântara, kun je prima pauzeren (wij hebben er op de terugweg uitstekend geluncht!).

De wijk Belém, wat is daar te doen?
Na de brug Ponte 25 de Abril is het een kippeneindje naar Belém en het eerste dat opdoemt is Museum Maat, dat echt wonderschoon aan de Taag ligt. Doe net als de inwoners van Lissabon, klim even op het dak – hoef je niet voor te betalen! Opnieuw bewonderen we het bouwwerk, maar we gaan niet naar binnen (veel te mooi weer!) en we fietsen verder, richting het volgende hoogtepunt: het monument van de ontdekkingsreizen (Padrão dos Descobrimentos). Hier constateren we dat het massatoerisme Belém heeft bereikt. Balen. Nog niet eens zo lang geleden, konden we zonder wachtrij de toren op, waar je een magnifiek uitzicht over de stad hebt. Nu staat er voor het Padrão dos Descobirmentos een rij van wel honderd meter. We strijken daarom neer bij een tentje met zicht op de toren. Even bijtanken met een cola en een donker alcoholvrij biertje -Super Bock Preta (preta = zwart) is een aanrader!
Vervolgens rijden we door naar het einddoel voor vandaag: de Toren van Belém. Fotogeniek bouwwerk. Binnen heb ik er nooit veel aan gevonden en als ik in deze wijk van Lissabon ben, maak ik graag foto’s van de toren, maar naar binnen ga ik niet.
Dan kies ik toch liever voor: Padrão dos Descobrimentos, pastel de nata bij de Fábrica dos Pastéis de Nata, een blik in de kerk van het Jerónimos-klooster (bidden is gratis, voor het klooster moet je betalen) en eventueel een bezoek aan de tropische botanische tuin achter de Pastéis de Belém. Het is dat ik de portier nors vind, anders zou ik iedereen met klem aanraden beslist eens een kijkje in dit tropisch parkje te nemen. De tuin afhuren mag ook, maar dan moet je diep in de buidel tasten. Voor 5000 euro kun je hier je bruidsreportage tussen de hoge palmbomen laten maken. Sinds deze palmbomen op de cover van een boek hebben gestaan, zijn ze ‘hot’. De portier let er daarom streng op dat er geen fotoshoot plaatsvindt.

Naast al deze bezienswaardigheden zijn er in dit gebied nog vier musea. Het nieuwe Museu Maat, een Archeologie museum, een Ontdekkingsreizenmuseum en een Koetsenmuseum. Wij doen deze dingen meestal in de winter of als het regent. En heel eerlijk: we hebben al twee keer voor de deur van het Museu Nacional de Arqueologia gestaan (gelegen in een zijgang van het klooster behorend bij de Jerónimos kerk). De eerste keer werd het museum archeologiemuseum gedesinfecteerd (ja, ik verzin dit niet, er hing een bordje aan de deur!) en de tweede keer was het de vrije dag van dit museum. Toen zijn we naar het Museu da Marinha ernaast gegaan. Dit museum staat grotendeels in het teken van de ontdekkingsreizen en beschikt over een hal met oude schepen en vliegtuigen.
Even verderop, bij het presidentiële paleis, waar nu de bijzonder geliefde president van Portugal Marcelo Rebelo de Sousa zetelt, kun je ook nog naar het Museu dos Coches (koetsenmuseum).
En wie weet kom je de president tegen! Hij leest zijn krant soms in cafés (zoals elke Portugese man betaamt; die lezen, nee spellen, de dagelijkse voetbalkranten A Bola of O Record). Daarnaast houdt hij van het strand. Badgasten van de stranden van de Linha do Estoril kijken niet meer vreemd op als hij ineens verschijnt om een verfrissende duik te nemen. Gisteren stond Marcelo Rebelo de Sousa in de rij om geld te pinnen. Zijn voorganger vergat het bonnetje uit de automaat mee te nemen. Hij draaide zich om en riep de beste man om het bonnetje te geven.
Vandaag nemen we als eindpunt de Toren van Belém. Vervolgens fietsen we dezelfde route terug (helaas windje tegen), maar eerst nog een hoogtepunt: lunch bij de Docas de Alcântara, waar je onder de brug verschillende restaurantjes hebt.
We zijn om elf uur van de Largo Corpo Santo vertrokken. Om drie uur zijn we er weer om onze fietsen in te leveren. Daarna zijn we slenterend langs de oever van de Taag, richting Praça do Comércio gelopen en hebben we de Arco da Rua Augusta beklommen. Daarover binnenkort meer!

Pastéis de Belém: twee gouden tips
Een pastel de nata heet in de Belém een Pastel de Belém. Voor de onwetenden: een pastel de nata is een lekkernij van deeg en custard. In twee happen heb je een pastel de nata op. Ovenvers zijn ze het lekkerst: heerlijk knisperig met een vulling die eruit druipt. Pastel is trouwens het enkelvoud en pastéis het meervoud. Wil je bij de wereldberoemde Fábrica dos Pastéis de Belém een pastel de nata eten, hier de gouden tip: niet verdrietig worden van de rij wachtenden! Die staan namelijk voor het gedeelte waar je de pastéis kunt afhalen. Jij doet net als de buurtbewoners gewend zijn en loopt met zekere tred naar het horecagedeelte áchter in de zaak, richting de toiletten. Daar zijn enkele zalen. Mocht in dit gedeelte een rij staan: ik heb nooit langer dan tien minuten op een plek hoeven wachten! En ook leuk: je kunt een blik in de keuken werpen en zien hoe de pastéis gemaakt worden!
Tip twee: de pastéis de nata zijn érg lekker. In vlaag van culinaire verstandsverbijstering heb ik er hier eens vier of vijf (het precieze aantal weet ik niet meer) verorberd. Ze waren zo ontzettend lekker vers! Mijn spijsverteringskanaal heeft een week nodig gehad om alles te verteren. Ik houd het voortaan bij drie pastéis. Daar ligt toch écht mijn grens…
Handige informatie en tips:
Fietsen langs de Taag: Lisbon Hub – Largo (Lg.) Corpo Santo 5, Lissabon. Niet ver van Praça do Comércio (wordt ook wel Terreiro do Paço genoemd) en Cais do Sodré. En goed om te weten: neem een handige tas mee, want er zitten geen fietstassen of snelbinders op de fiets!
In Belém:
Museu MAAT. MAAT staat voor Museu de Arte, Arquitetura e Tecnologia. Een kunst-, architectuur en technologiemuseum dus. Museum MAAT gaat pas om 12 uur open. En is op dinsdag dicht. Wel weer fijn: het museum blijft tot acht uur ’s avonds open!
Padrão dos Descobrimentos. Monument van de Ontdekkingsreizen, vanaf de hoge toren heb je prachtig zicht op de brug ’25 de Abril’ en op het Jerónimos- klooster.
Mosteiro dos Jerónimos, het hieronymusklooster. De kerk (rechts) is gratis te bezichtigen en kent doorgaans geen rij. Wil je oog in oog staan met de tombe van ontdekkingsreiziger Vasco da Gama, waar je vast op school over hebt gehoord? Werp dan een blik in deze rijk versierde kerk. Voor de kenners: de stijl is Manuelijns en dan in de variant ‘gótico flamejante’ (uitbundig gothisch). Hetgeen gewoon betekent dat bijna elke vierkante centimeter versierd is. Als je goed kijkt, zie je overal verwijzingen naar de ontdekkingsreizen (langs de pilaren zijn bijvoorbeeld trossen van steen gebeiteld). Het geld uit de koloniën klotste destijds tegen de muren, met dit als resultaat.
Torre de Belém. Deze toren maakte deel uit van de verdediging van de stad. Ooit hebben twee van deze bouwwerken in de Taag gestaan. Eentje is er nog over.
Museu Nacional dos Coches. In het koetsenmuseum kun je zien hoe de koninklijke Portugese familie en andere families van adel zich verplaatsten.
Fábrica dos Pastéis de Belém. Voor goddelijke pastéis de nata ben je hier aan het juiste adres.
Museu Nacional de Arquelogia. Al twee keer voor een dichte deur gestaan, dus hier kan ik weinig over vertellen.
Museu da Marinha. Ook wel Navy Museum genoemd. Bijzonder aardig museum met veel maritieme details. Ik herinner me vooral de eindeloze rij zeemansknopen en de grote hal met gondels en het vliegtuig waarmee Gago Coutinho de Atlantische Oceaan is overgestoken.
Botanische tuin: Museu Nacional de História Natural e da Ciência. Prachtige palmbomen, in allerlei soorten en maten. Het is geen enorme tuin, dus wip even binnen! De tuin is meteen achter de plek waar je Pastéis de Belém eet. Entree is slechts twee euro.
Goedkoper of gratis naar een museum?
Mijn nichtjes van 16 en 18, die in Engeland wonen, krijgen bij monumenten en musea bijna altijd korting met hun studenten/schoolpas. Heeft een kind een schoolpas? Laat die dan zien. Wie weet betaal je dan minder.
Verder krijgen 65-plussers ook korting. Je zegt bij de kassa dat je ‘sénior‘ bent. En niet beledigt zijn als ze je om een identiteitsbewijs vragen! Hoe cool is het als ze je jonger dan 65 schatten?
In Portugal hechten ze enorm veel waarde aan het begrip ‘familie’. Daarom zijn er familietarieven. Kijk dus altijd even of dat in het museum of monument dat je wilt bezoeken ook geldt!
Op zondagmorgen kunnen Portugezen gratis naar het museum (zie blogpost: Gratis naar het museum of toch niet). Je moet dan wel kunnen aantonen dat je Portugees ingezetene bent. Beetje lastig als toerist….
Nieuw: You Tube -kanaal
Hieronder een filmpje van een halve minuut. Je krijgt een mooie impressie van hoe het is om langs de Taag te fietsen.
Kijk op hetzelfde YouTube-kanaal voor meer filmpjes over Portugal!
Rather in English?
Is Dutch too difficult? Go to Visit Portugal With Us!