12 oktober: je krijgt de burgemeester die je kiest!

Op 5 oktober 1910 is Portugal een republiek geworden. Normaal gesproken is 5 oktober een échte vrije dag, maar dit jaar valt het op een zondag. Jammer…

In deze post schets ik hoe Portugal na een regicídio (koningsmoord) een republiek is geworden en wat er 115 jaar na het uitroepen van de República Portuguesa op het spel staat tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 12 oktober 2025.

Moord op koning en kroonprins

Begin 1908 is de politieke situatie erg instabiel. Portugal probeert rond die eeuwwisseling in Afrika een ‘nieuw Brazilië’ te stichten door de westkust met de oostkust te verbinden, maar lijdt serieuze verliezen en houdt in dat deel van Afrika alleen Mozambique en Angola over. De Portugezen in het thuisland reageren furieus. Koning Dom Carlos I probeert nog via de diplomatieke weg de verliezen te beperken, door zijn banden met vooral het Engelse koningshuis aan te halen, maar is niet erg succesvol. Daarnaast winnen republikeinse krachten aan macht.

De koninklijke familie ziet zich – eind januari, begin februari 1908 – genoodzaakt om een prettig verblijf in de Alentejo (Vila Viçosa) af te breken, want in Lissabon roept men steeds harder om een omwenteling. De koning, koningin en kroonprins reizen daarom in de ochtend van 1 februari 1908 met de trein naar Lissabon, eerder dan gepland, want normaal gesproken brengen ze de winter in de Alentejo door om te jagen. Doordat er tijdens de treinreis iets misgaat met de wissels, ontstaat er oponthoud en gaat de koninklijke familie vanaf Barreiro, aan de andere kant van de Taag, verder met een zeilschip. Rond vijf uur in de namiddag komen ze eindelijk aan op het Terreiro do Paço (het huidige Praça do Comércio). Ondanks het verhitte politieke klimaat stapt de koninklijke familie in een open rijtuig en hiermee neemt de geschiedenis van Portugal een onverwachte wending.

Op het plein lopen twee mannen die lid zijn van de Carbonária. Dit geheime genootschap werkt in kleine groepen aan het ondermijnen van de monarchie. Een van hun leden, een voormalig sergeant, ziet op 1 februari 1908 kans om van acht meter afstand op de koning te schieten. De koning is op slag dood. In de paniek die ontstaat, grijpt een handlanger, die ook bewapent is, zijn kans en stapt op de treeplank van de koets. De koningin probeert deze tweede ongenode gast uit de koets te weren met het enige ‘wapen’ dat ze in haar handen heeft: een boeket. In de koets zitten ook de twee prinsen, de kroonprins Luís Filipe en zijn jongere broer, die overigens al in Lissabon was, Manuel. Prins Luís Filipe blijkt een verborgen pistool bij zich te hebben en vuurt ook schoten af. Maar als hij gaat staan, wordt hij getroffen. Koningin Amália beschermt ondertussen met haar lichaam haar andere zoon, Manuel. Deze probeert met een zakdoekje het bloed van het brein van zijn broer te stelpen. Kroonprins Luís Filipe is dan nog in leven.

In het tumult proberen ondertussen enkele edelen de koninklijke familie te beschermen. Ook soldaten komen op de heisa af, en een van hen weet met gevaar voor eigen leven de moordenaars af te leiden, totdat de politie uiteindelijk een einde maakt aan het vuurgevecht door de moordenaars zonder meer dood te schieten.

Macaber detail: de gedode koning en de zwaargewonde kroonprins zijn die avond naar het Palácio das Necessidades in Lisboa overgebracht, waarbij men wilde doen geloven dat ze nog leefden. Het hoofd van de koning lag op de schouder van zijn broer, Dom Afonso. De kroonprins overlijdt tijdens de tocht aan zijn schotwond. Zowel de koning als de kroonprins zijn dood. Als de koningin in het paleis haar schoonmoeder ontmoet, roept deze koningin-moeder, Maria Pia de Saboia (Savoy), verbijsterd: ‘On a tué mon fils!’ (men heeft mijn zoon gedood). Waarop koningin Amélia de Orléans antwoordt: ‘Et le mien aussi!’ (en de mijne ook).

De inwoners van Lissabon vrezen ondertussen voor een staatsgreep en verschuilen zich in hun huizen. De straten zijn leeg, want het nieuws van de koningsmoord verspreidt zich rap. Wat staat Portugal te wachten?

Staatsgreep of niet?

Al snel is echter duidelijk dat er van een staatsgreep geen sprake is, de moordenaars behoren niet tot een beweging die al zo ver is dat er een machtsomwenteling kan plaatsvinden. Dus de inwoners van Lissabon pakken begin februari 1908 de draad weer op. Politiek blijft het echter een ingewikkelde tijd. Om te beginnen eist de nieuwe koning, Dom Manuel – de jongste zoon van de vermoorde Dom Carlos – het ontbinden van João Franco’s regering. Dom Manuel stelt een nieuwe eerste minister aan die vervolgens een einde maakt aan impopulaire maatregelen die de vorige koning, zijn vader, heeft genomen: hij laat politieke gevangenen vrij, geeft amnestie aan marineofficieren die betrokken waren bij een opstand in 1906, en geeft toestemming voor het bezoeken van de grafzerken van de moordenaars van de koning en kroonprins. Om een idee te geven: zo’n 22.000 mensen hebben deze bezocht. Kortom, de geest is uit de fles.

Een twee jaar durend onderzoek naar de moorden brengt aan het licht dat er meer mensen bij het beramen betrokken zijn geweest, maar deze zijn ondertussen al gevlucht of zelf vermoord door hun eigen achterban (de Carbonária heeft hen vermoedelijk gedood zodat ze niet zouden gaan praten). Het broeit in 1910 zo erg dat de revolutie, ontketend op 2 oktober door een andere speler, de Partido Republicano Português, op de vroege ochtend van 5 oktober al eindigt met het uitroepen van de Republiek Portugal en een einde maakt aan honderden jaren monarchie. Sindsdien viert Portugal op 5 oktober A Proclamação da República Portuguesa (het uitroepen van de Republiek Portugal).

Wat er over is van de Portugese koninklijke familie vlucht dezelfde dag nog via Ericeira in hun yacht naar het buitenland. Vissers in Ericeira kunnen dat verhaal nog mooi vertellen (meer hierover en over Ericeira – tegenwoordig meer bekend om zijn golven dan om deze dramatische wending in de Portugese geschiedenis in Azenhas do Mar en Ericeira en Good vibes in Ericeira).

Beroemd is de foto waarop José Relvas op het balkon van de Paços do Concelho in Lissabon staat en op 5 oktober 1910 Portugal vertelt dat ze vanaf dát moment een republiek zijn. En die José Relvas kennen jullie natuurlijk al uit mijn verhalen over zijn prachtige Casa Museu (museumhuis) in Alpiarça, Santarém (Alpiarça: museumhuis vol kunst)

Alweer naar de stembus

Nu, 115 jaar later, gaan burgers van deze republiek weer eens naar de stembus. In de 115 jaar ná het uitroepen van de republiek is er veel gebeurd voordat dit land zich met recht een democratie mocht noemen. En ik hoef alleen maar even te memoreren dat Portugal in de vorige eeuw nog tientallen jaren heeft gezucht onder een fascistisch systeem. De Anjerrevolutie van 25 april 1974 heeft daar gelukkig, geweldloos, een einde aan gemaakt, en sindsdien kan iedereen — vrouw, man, rijk, arm — naar de stembus.

En dát gaan we nu doen voor de gemeentelijke vertegenwoordigers. Portugal kent een systeem waarbij burgers kunnen stemmen op wie ze aan het hoofd van hun gemeente én deelgemeente willen. Dat zijn geen onbelangrijke posities, want je hebt als burgemeester van een stad of als burgemeester van een deelgemeente een grote vinger in de pap op lokaal niveau. Grote politieke partijen schuiven graag hun lokale favoriete kandidaten naar voren en zien deze verkiezingen als een graadmeter. Zelf sta ik er wat genuanceerder in.

Bij de lokale verkiezingen doen soms ook onafhankelijken mee, mensen die een enorme affiniteit met een stad hebben en zo’n groot netwerk dat de gemeenteleden hun dagelijks bestuur graag aan hen overlaten. Dit is bijvoorbeeld in Caldas da Rainha gebeurd: daar is een lokale ondernemer bij de vorige verkiezingen burgemeester geworden. Voorheen hoorde de beste man bij de PSD (gemakshalve noem ik deze partij even de Portugese evenknie van het Nederlandse CDA), maar hij is eruit gestapt en heeft zelf een partij opgericht: Vamos Mudar (We gaan veranderen). Ik schat in dat hij opnieuw hoge ogen gooit, maar er is ook véél gemor. Dus helemaal zeker van een tweede termijn is hij beslist niet.

Wat ik wél zeker weet, is dat de partij van André Ventura sterk in opkomst is. André Ventura zit in het politieke spectrum op de lijn van Geert Wilders. Ik schat in dat op lokaal niveau zijn partij, Chega (Genoeg), terrein wint, maar dat de gevestigde partijen of de onafhankelijken met vaak grote bekenden op lokaal niveau het vooralsnog gaan winnen.

Dit bord van Chega is al twee keer vernield. Ook borden van andere partijen zijn soms het doelwit. Jammer dat het zo gaat tegenwoordig.

Portugal is op dit moment vergeven van enorme reclameborden met slogans. De partij van André Ventura zet in op één woord plus de stad. In Caldas is dat Respeitar Caldas (Caldas Respecteren). Die van de AD (Aliança Democrática – een verbond tussen PSD en CDS) vind ik sterk: daar staan allemaal mensen op met verschillende beroepen, en ja, dan herken je er al gauw een paar uit het straatbeeld of als vriend.

En wat gaan ze onder andere oplossen als ze gekozen worden? Nou, bijvoorbeeld gedoe over een grote piemel op een stoep. Een onderneemster vindt het belachelijk dat haar piemel weg moet, terwijl andere piemels wel op de stoep mogen blijven staan. En erger nog: een eindje verder heeft de lokale winkel met Indiase producten een reeks gasflessen op de stoep staan, vlak bij nota bene het oude marktplein.

Het is maar net wat je opvalt. In de openbare ruimte in Caldas kijk je soms je ogen uit. Eerlijk gezegd snap ik al die ophef over die piemel op de stoep voor de Winkel van de Kikker niet. Man, laat die piemel daar toch staan! Ik zie zo veel piemels overal, zolang er een buggy of rolstoel langs kan, prima. Maar ja, ik ga niet op voor Presidente da Camâra.

Over de mooie muurschilderingen en illustraties die Caldas rijk is wordt door sommigen ook lelijk gedaan, die vinden dat het geld naar noodlijdende ondernemers moet.

Zeg nou zelf: zoiets is toch oerlelijk? Dan maar een mooie illustratie ervoor (nuance: er is gewoon geen geld om de panden op te knappen. Het geld voor de illustratie en het doek zijn verkregen doordat de gemeente mee heeft gedaan met een Europees initiatief om de binnenstad aantrekkelijker te maken).

Kortom, er valt voor de volgende burgemeester héél wat te sussen, regelen en te veranderen. Want of het nu gaat om een koningsmoord, een revolutie of een ruzie over een keramieken piemel. De geschiedenis van Portugal leert ons één ding: verandering begint niet in paleizen, maar op straat!

Geen beeldverhaal van Zin in Portugal meer missen? In mijn verhalen verweef ik geschiedenis en achtergrond met persoonlijke indrukken en praktische tips. Tik je e-mailadres in bij de volgknop. Elk volgend beeldverhaal verschijnt dan meteen in je inbox.




Één reactie Voeg uw reactie toe

  1. Lisette Dijksterhuis's avatar Lisette Dijksterhuis schreef:

    hartlijk dank weer voor je leuk geschreven informatieve bericht!

    Lisette vanuit Setúbal

    Like

Geef een reactie op Lisette Dijksterhuis Reactie annuleren