Lissabon: freguesia de Santo António

Ik ben een enorme fan van de Heilige Antonius. Niet in de laatste plaats, omdat ik mezelf toch behoorlijk vaak hoor roepen:

“Heilige Antonius, goede vrind, maak dat ik mijn {hier vul ik dan in wat ik kwijt ben} vind”.

Het werkt. Dus ik ben een believer en zelden iets langdurig kwijt. En daarom een verwoed verzamelaar van Santo António-parafernalia.

Een António die eigenlijk Fernando heet

Helemaal blij ben ik met mijn laatste aanwinst: een in leer gebonden herinnering aan het zevende eeuwfeest van de Heilige Antonius van Padua. Dit kleine aandenken is uit 1931 en komt uit …Padua.

“Niks Padua,” hoorde ik mezelf tijdens het kopen tegen de verkoper zeggen. “De Heilige Antonius komt gewoon uit Lissabon, hoor! En zijn echte voornaam is Fernando. Helemaal geen António. Hij is op 13 juni 1231 in Padua gestorven, dat wel. “

De Heilige Antonius, of beter gezegd, Fernando Martins de Bulhões, werd waarschijnlijk op 15 augustus 1195 geboren, op Maria Hemelvaart dus (voor degenen die niet bekend zijn met de katholieke heiligenverering). Deze Fernando zag het levenslicht in Lissabon. Op de plek van zijn geboortehuis staat nu een kerk. Via de sacristie leidt een gang je naar een crypte onder de kerk, waar, naar men zegt, de geboorte heeft plaatsgevonden. De kerk is gratis te bezoeken en ik vond het bijzonder om er te zijn (al moet je er ook niet al te veel van verwachten, want het is gewoon een nis met tralies ervoor. Maar knielen op een bankje waar de Paus ook op heeft geknield is weer iets dat sinds juli 2023 van mijn bucketlist kan).

Naast deze kerk, vlakbij de alom bekende Sé de Lisboa, is een museumpje ter ere van de Heilige Antonius. Als ik heel eerlijk ben, en ik hoop dat ik niemand tegen de schenen schop, vond ik dat er maar weinig te beleven was in het museum. De fleurige wand daarentegen, vóór het museum, is wél heel leuk (en levert fotogenieke plaatjes op als je deze eindelijk voor jezelf hebt).

Hoe ga je van Fernando naar Santo António de Padua?

Onze Portugese Fernando is na enkele omzwervingen als Franscicaner monnik, genaamd António, in Padua (Italië) geëindigd en aldaar op 13 juni 1231 gestorven. Vervolgens is deze Fernando het collectieve geheugen ingegaan als Santo António de Padua. Zelfs zijn tijdgenoten zagen António de Lisboa als een bijzondere man, want slechts elf maanden na zijn dood werd hij al heilig verklaard. Ik snap wel waarom. Hij zorgde er volgens de overlevering zelfs voor dat hongerige muilezels liever voor een hosti dan voor hooi kozen. En zelfs vissen kwamen bijeen om naar zijn preken te luisteren! Ook heeft zijn tussenkomst er in Ferrara (Italië) voor gezorgd dat een echtelijke ruzie niet uit de hand liep. Een echtgenoot had zo zijn twijfels over het kind in de buik van zijn zwangere vrouw. Na de geboorte is de Heilige Antonius naar het huis van de boreling gegaan en heeft het kind, een paar uur oud, gevraagd of hij zijn vader aan kon wijzen. Het kind wees prompt de wantrouwende echtgenoot aan.

Als verzamelaar van Heilige Antoniussen (ik heb er zelfs een van kurk) herken ik deze heilige aan het kindje op zijn arm én de lelie. De witte lelie kent een brede symboliek. Het is een symbool van licht en vrede. Maar ook van onschuld, maagdelijkheid en de ongehuwde staat. Opmerkelijk eigenlijk, want de stamper van een lelie wordt ook als fallus-symbool beschouwd.

Het is dus niet vreemd dat verliefde stellen zich graag tot de goede vrind Heilige Antonius wenden.

Elk jaar feest ter ere van de Heilige Antonius

Een stad als Lissabon is maar wát trots op deze beroemde stadsgenoot. Elk jaar is het daarom groot feest rond zijn geboortedag. Op 13 juni is de hele stad vrij en wordt er uitbundig feestgevierd en veel gesjanst.

De Heilige Antonius staat er namelijk om bekend mensen die verliefd zijn een handje te helpen. Dát heeft de gemeente Lissabon goed begrepen. Al sinds jaar en dag sponsort de gemeente echtparen die weinig geld hebben om een huwelijksfeest te betalen.

Wat het dit jaar extra leuk maakte, was dat vijf echtparen die elkaar in 1973 eeuwige trouw hebben beloofd bij dit jaarlijks terugkerende evenement aanwezig waren om hun vijftig jarig huwelijksjubileum te vieren. Dit jaar hebben 16 echtparen elkaar het jawoord gegeven tijdens de door de gemeente georganiseerde bijeenkomst.

Hieronder zie je hoe ze met een politie-escorte naar de Sé de Lisboa worden gebracht en stralend over de Avenida de Liberdade lopen, zwaaiend als de ongekroonde koninginnen en koningen van de dag.

Ga ook eens in Lissabon naar de wijk van de Heilige Antonius!

Portugese steden zijn opgedeeld in freguesias. Deze deelgemeenten zijn behoorlijk belangrijke administratieve eenheden met een heuse burgemeester die veel invloed kan hebben. Volgens de bevolkingstelling van 2021 wonen er 11.074 mensen in de Freguesia de Santo António.

Deze deelgemeente bestaat sinds 2013. Toen zijn de deelgemeentes São José, Coração de Jesus en São Mamede verder gegaan onder de naam Santo António. De meeste bewoners in deze wijk zijn jong (tussen de 30 en 49). Dat klopt wel een beetje met het beeld dat we kregen al lopend door de straten: veel hippe eettentjes, oude panden die opgeknapt zijn en – waarschijnlijk – door de rijkere happy few worden bewoond.

Op de ingang van deze basisschool uit het Salazaristische tijdperk zie je nog goed dat de oorspronkelijke deelgemeente die van São José (Heilige Jozef) was.

Museu da Saúde

Wij zijn via de Avenida Duque de Loulé de freguesia de Santo António over de Rua Luciano Cordeiro de wijk ingelopen. Voor wie in de buurt van Marquês de Pombal is – de enorme rotonde bij Parque Eduardo VII – en eens iets anders dan het geijkte wil doen, dan raad ik je aan om deze route naar Campo Mártires da Pátria te lopen. Dan zie je hoe Lisboetas – die zich in dit deel van de stad huisvesting kunnen permitteren – wonen en leven.

Aan de Rua Luciano Cordeiro kom je langs het Museu da Saúde. Dit voor mij tot nu toe onbekende museum herbergt attributen die artsen in andere tijden hebben gebruikt. Het zit in een oud pand van het Hospital de Santo António de Capuchos en is alleen op woensdag van 10 tot 17 uur of op afspraak open. Werp er even een blik in als je het geluk hebt er op een woensdag langs te lopen! De entree is gratis.

Ik word niet blij van de ruimte die aan gynaecologie is gewijd. Wat ik zie lijken wel martelwerktuigen (misschien waren ze dat ook…).

Tegenwoordig zien röntgenapparaten er anders uit, maar dit zijn de voorlopers:

Ik moet aan de coronapandemie denken als ik dit koffertje zie:

Campo dos Mártires da Pátria – het Veld van de Martelaren des Vaderlands

Technisch gezien hoort het park van Campo Mártires da Pátria niet bij de wijk Santo António. Dit stukje behoort weer tot de freguesia Arroios.

In de zestiende eeuw stond dit deel van de hoofdstad bekend onder de naam “Campo do Curral” – het Veld van de Stal. Het was namelijk de plek waar het vee voor de voedselbevoorrading van Lissabon werd gestald en geslacht. In 1817 is de benaming van dit stuk Lissabon ‘Campo de Santana’. Daar komt langzaam verandering in na de executie door ophanging van de Portugese generaal Gomes Freire en andere samenzweerders. Zij hebben zich in deze roerige periode in de Portugese geschiedenis tegen de regering van de Engelse maarschalk Beresford gekeerd. Deze Engelse edelman stond destijds aan het hoofd van het Portuguese leger. Sinds 1879 heet het plein Campo Mártires da Pátria, het Veld van de Martelaren des Vaderlands.

Zo’n tien jaar voor de ophanging van de Portugese martelaren in 1817 wordt er op het hele Iberische Schiereiland hevig tegen de troepen van Napoléon gevochten. De Engelsen zijn de Portugezen te hulp gekomen en ‘nog wat langer blijven hangen’. Dat kan immers, want het Portuguse koningshuis heeft in 1807 de benen naar Brazilié genomen toen de Franse generaal Junot aan de poorten van Lissabon verscheen. Zo kan het dus dat een Engelsman aan het hoofd van de Portugese regering staat en dat Portugezen de terugkeer van de koning willen forceren. Dit wordt ze door maarschalk Beresford niet in dank afgenomen en het kost deze groep mannen het leven.

Ook wij hebben een verhaal uit de tijd van de Napoleontische oorlogen: volgens de overlevering zijn de Portugese troepen ooit op het erf van onze familieboerderij gelegerd geweest en heeft er in de bossen vlakbij een dame van lichte zeden gezeten die zo goed was in haar vak dat ze twee eeuwen later voortleeft in een straat – Rua da Francesa – die naar haar is genoemd (lees het na op Niet zo maar een Française!).

Op de historische plek van waar ooit stallen en het abattoir stonden heeft ook nog een houten stierenvechtarena gestaan. Sinds 1880 heet het plein officieel Campo dos Mártires da Pátria. In 1891 is de arena afgebroken en is men begonnen met het aanleggen van de tuin zoals we die nu kennen.

Bij de uit kalkstenen opgetrokken heuvel met daarop het bronzen beeld van Dr Sousa Martins (1841-1897), vlak voor de oude Escola Médio-Cirúrgica(Medisch Chirurgische School), leggen gelovigen tot op de dag van vandaag dankplaquettes neer. Zij geloven in de helende krachten van de arts en hoogleraar Sousa Martins, die door zijn werkzaamheden voor de arme bevolking van Lissabon is uitgegroeid tot een ware volksheilige. Ook op het gebied van de bestrijding van tuberculose heeft Dr. Sousa Martins zijn sporen verdiend.

Jardim do Torel

Ooit heb ik hier op een zonovergoten februaridag in 1991 mijn pauze doorgebracht op de dag van mijn examens Deutsch als Fremdsprache bij het Goethe Institut, zo’n beetje om de hoek.

De Jardim do Torel is na al die jaren nóg mooier geworden dan in mijn herinnering- bomen hebben de prettige eigenschap te groeien. Wat kun je hier prachtig over de stad uitkijken! Ik vind dit kleine stadspark vlakbij het Goethe Institut en het Campo dos Mártires da Pátria zó mooi dat ik er binnenkort een heel beeldverhaal aan ga wijden. Voor nu alvast een sneak preview.

Volgende keer meteen het beeldverhaal in je inbox? Dat kan door bij de volgknop je e-mailadres in te vullen.

Até breve!

Plaats een reactie