Daan is Brieven uit Alvites aan het (her)lezen. Toen dit boek van Gerrit Komrij in 2016 uitkwam, heb ik er een beeldverhaal over geschreven (linkje naar dit verhaal). Al jaren willen we dit dorpje bezoeken, maar wanneer reis je nou van Caldas da Rainha af naar Trás-os-Montes, naar Achter-de-Bergen?
Toch is het er onlangs van gekomen en zijn we op pad gegaan naar Alvites. We waren redelijk in de buurt (in Braga). Alleen… ik had mijn huiswerk niet goed gedaan, want wat bleek: er zijn meerdere solares die lijken op het huis waar Gerrit Komrij en zijn man Charles Hofman hebben gewoond. En já, er zijn ook meerdere Alvites in die regio. Het paleis dat we zoeken, behoort tot het dorpje Alvites in de gemeente Mirandela, en niet tot een Alvites in Vila Real.

Maar elk nadeel heeft zijn voordeel: doordat ik Daan naar de verkeerde Alvites loods, komen we praktisch langs Casa Mateus (já, van de beroemde Mateus Rosé, die ook in Nederland bekendheid geniet). Geen straf om dát paleis ook even te bezoeken!
Je snapt dat ze het Trás-os-Montes noemen. Dit gebied ontlokt zelfs Daan de mededeling: “Mij te eenzaam, want zo’n kluizenaar ben ik nou ook weer niet.” En echt: niemand houdt meer van ‘die grote stille heide’ dan mijn man. “Wat moet die mannen hebben bezield om in zo’n gehucht neer te strijken?”, mijmert hij in de auto terwijl desolate vergezichten het landschap bepalen. Nu rijden we er over goede snelwegen redelijk snel naartoe, maar destijds, in de jaren tachtig van de vorige eeuw, had het geld uit Europa Portugal nog niet bereikt (Portugal trad pas in 1986 toe tot de Europese Unie). In die tijd was een tocht naar Alvites letterlijk een tocht over krakkemikkige wegen naar een uithoek waar iedereen uit weggetrokken was op zoek naar een beter bestaan. Zelfs de lui met enorme paleizen woonden er niet meer en verhuurden hun woning liever aan stadsmensen uit Nederland dan er zelf te wonen.

In Brieven uit Alvites beschrijft Gerrit Komrij in brieven hoe het leven zijn dagelijkse gang gaat in deze afgelegen gemeenschap. Zonder internet, bellen naar het buitenland is héél duur, dus já, dan schrijf je brieven naar je vrienden en familie in Nederland. Dát waren nog eens tijden. Wie schrijft er nu nog een brief? Daarnaast fungeert het grote huis waar de heren in wonen ook nog als hoofdpersoon in een ander boek: Over de Bergen. In dit boek verhaalt Gerrit Komrij hoe hij vaak gaat dineren bij zijn buurman, die ook zo’n paleis bezit.
Saudades in het café
We komen via een smalle weg waar het kerkje en de minimercado aan liggen het dorpje Alvites binnen. Al snel doemt een enorm huis op: we zijn er! Maar nee, we vergissen ons opnieuw. Dit paleis ziet er goed uit: gordijnen voor de ramen, nog redelijk strak in de verf. Ik bestudeer opnieuw het plaatje dat ik op internet van het huis van Gerrit en Charles heb gevonden en constateer: dít kan het niet zijn, dít móét het huis van de buurman zijn.

En inderdaad, we parkeren de auto, lopen een stukje verder en na vijftig meter doemt nog een paleis op. Gevonden! Vergane glorie, maar zó herkenbaar als je de boeken hebt gelezen. Zelfs het schooltje ertegenover staat er nog. Mét ingevallen dak, dát wel.









We kunnen ons helemaal voorstellen dat het precies zo ging als Gerrit beschrijft: in de annexen achter hun huis is ruimte om de kinderen een maaltijd te bezorgen, dus de kinders zullen dagelijks tegen lunchtijd de weg overgestoken zijn om van het schoolgebouwtje naar het paleis te lopen voor een goede voedzame lunch. Ten minste, zo stel ik me dat voor.


We struinen lang door het dorp en eindigen in het café tegenover de kerk. Het café is achter de minimercado Dois Irmãos (Twee Gebroeders) en wát een feest: het ziet er uit alsof er sinds de jaren tachtig niets is veranderd. Het halve dorp zit in het café en bekijkt ons vrolijk: hé, bezoek! Ze bieden ons meteen twee plastic stoeltjes aan en zijn reuze nieuwsgierig wat ons naar Alvites brengt. Als ik vertel dat we op zoek zijn naar het huis van Gerrit Komrij, komen de verhalen los. Oh, wat hebben ze een saudades do senhor doutor. Dat is opmerkelijk, want uit de boeken die Gerrit heeft geschreven, zijn Gerrit en Charles met stille trom uit dit dorp vertrokken, omdat de situatie niet meer houdbaar was.

Huh, denk ik, senhor doutor? Ja, zo stond Gerrit Komrij hier bekend. Niet verwonderlijk, want zeker in de jaren tachtig van de vorige eeuw ben je heel wat als je aan de universiteit gestudeerd hebt en wordt iedereen met een bul ‘senhor doutor’ genoemd. Saudades! Wat missen ze de mannen, die wel van een pinginha (letterlijk druppeltje) hielden. Zó ontzettend jammer dat ze zijn vertrokken. Veel bijval.
De oude mevrouw die de supermarkt én het café runt, vertelt dat ze goed voor de omzet waren en de mannen weten me te melden dat ze nog een keer met z’n allen hebben gevoetbald. Gerrit en Charles hebben blijkbaar vaak vrienden uitgenodigd, die natuurlijk – want er is niets anders te doen – geregeld tijdens hun bezoek even naar het café aandoen. Trots zijn ze op het feit dat ze tegen een beroemde voetballer hebben mogen spelen, tegen ene Miller, Muller… De naam weten ze niet goed meer.
Even denken we nog: zou Cruijff bevriend zijn geweest met Gerrit Komrij en dit gehucht aangedaan hebben? Cruijff zouden ze toch wel onthouden hebben? Maar nee, het moet Bennie Müller geweest zijn, want die komt ook uit Amsterdam en heeft na zijn voetbalcarrière een sigarenwinkel gehad. Dus het is aannemelijk dat Gerrit en Charles hem tot hun Amsterdamse vriendenkring hebben mogen rekenen.
Minimercado en café
De dorpelingen weten niet dat Gerrit en Charles inmiddels overleden zijn. Ik vertel dat ze naar Vila Pouca da Beira zijn verhuisd en daar in een graf met twee stenen naast elkaar op het kerkhof tegenover hun huis liggen.
“Verrassend dat ze helemaal niet op de hoogte zijn van hun overlijden”, denk ik terwijl ik dit vertel. Dit betekent dat er nog weinigen op het idee zijn gekomen om eens naar Alvites af te reizen. Wat ook kan: niemand heeft het café aangedaan die ook Portugees spreekt.

Terwijl Daan in een soort garage achter het café met de mannen een biertje drinkt, luister ik aandachtig naar de verhalen. Ik hoor dat Gerrit en Charles erg op hun huishoudster gesteld zijn geweest. Toen ze overleed, konden ze er niet bij zijn, maar ze zijn wel nog een keer naar Alvites gekomen om bloemen op haar graf te leggen. Ja, zó jammer dat ze zijn vertrokken. Gerrit en Charles brachten leven in de brouwerij. In die tijd leefde het dorp op. Weer veel bijval. Iedereen die op bezoek kwam, belandde in het café en dronk gezellig een wijntje (en iets sterkers) mee. De uitbaatster van de mini mercado en het café erachter mist deze klanten én de omzet tot op de dag van vandaag.


Of wij niet ervoor kunnen zorgen dat iemand het paleis, dat nu leegstaat, koopt? Hoopvol kijken de dorpelingen in het café me aan. Dus hierbij de oproep: houd je van rust mét een gezellig café vol sympathieke dorpelingen op struinafstand, dan is Alvites je plek!

Tot mijn stomme verbazing blijken de mannen uit het café te denken dat ook ik een of andere beroemdheid ben. Als ik even naar het toilet ga en uit het blikveld ben, gaan de duimen naar Daan omhoog, zo van: ‘Dat heb je goed gedaan.’ Als ik weer op mijn stoeltje zit, trekt één zelfs de stoute schoenen aan en vraagt: “Mevrouw, mag ik met u op de foto?” Ik vind het een eer: vereeuwigd worden met de mannen uit het café waar Gerrit Komrij en Charles hun biertje dronken. Wie wil dat nou niet?

Linkjes naar verhalen over Gerrit Komrij:
Gerrit Komrij – Brieven uit Alvites: ontroerend mooi
Gerrit Komrij: een echt huis staat altijd in de bergen
Geen beeldverhaal van Zin in Portugal meer missen? Tik je e-mailadres in bij de volgknop. Dan ontvang je een volgend verhaal meteen in je inbox.


mooi verhaal over Alvites Mirandela en het “paleis” van Gerrit en Charles.
Zijn jullie ook in de woning geweest?
IK zag ooit een docu over dat huis.
grtjs,
Hennie Lenders
Ribas, Célorico de Basto
[Ik moest vanmorgen denken aan Gerrit Komrij met wie ik nog gedanst heb in een disco. Ik droomde vannacht dat ik Gerrit en Charles sprak in de Roelof Hartstraat voor restaurant Beddington]
LikeGeliked door 2 people
Olá Lennie, ik denk dat de documentaire ging over het huis dat ze ná deze periode hebben gekocht. Dit paleis staat nog noordelijker. Van hier zijn ze naar Vila Pouca da Beira gegaan.
Leuk dat je ze persoonlijk hebt gekend! Beijinhos, Esa
LikeLike
Wij hebben erg genoten van deze laatste -zin in Portugal- wij zijn daar 15 jaar geleden geweest voor olijvenpluk bij Nederlanders en toen ook het huis en graf van Gerrit Komrij bezocht dit was weer even terug in de tijd. Hier bij ons alles goed. Ons kleinkind is nu 9. Wij verblijven vaak in de Algarve: Fuseta, Cabanas, Tavira, Santa Luzia bedankt. Lieve groet Elly en Rob
LikeGeliked door 1 persoon
hola Esa Caldas…..na een aantal jaren kijk ik weer eens op uw ‘zin in Portugal’blog, ik denk zoveel jaren na ons bezoek op een nat-herfstige novembermiddag, een paar maanden na Gerrit Komrij’s overlijden eerder in dat zelfde jaar, aan diens bescheiden grafsteen(tje) met ingelijst zwart/wit foto, aan de voet van diens villa in dat wat afgelegen en mooi-rurale dorp, volledig verlaten Villa Pouca da Beira.
Er kwam toevallig een oud dametje een ‘eigen’ graf bezoeken waardoor het hek voor ons geopend kon worden…..we reden er namelijk écht een flink eind voor om, en dat is het werk en de persoon van Gerrit ons buitengewoon waard!
Vanuit waar wij wonen (Almunecar/Costa Tropical de Granada/Andalucië) kruisen we wel vaker Portugese (en Spaanse) omweggetjes dus ga ik graag weer eens, nu ook met wat bijdragen van u daarbij als leidraad, op zwerftocht.
Altijd al met mijn vaste reis-bijbel van Nederland’s beroemdste Portugees José Rentes de Carvalho (nu inmiddels 95): ‘PORTUGAL´-een gids voor vrienden/ vertaald door Harrie Lemmens / uitgeverij De Arbeiderspers/1989, diverse nadrukken.
Hartelijke dank alvast, vriendelijke groeten, Ben van Bommel
/
LikeLike