Dat je in Caldas da Rainha overal piemels ziet, is geen nieuws. Als iemand zegt : Um das Caldas, dan weet heel Portugal wat er wordt bedoeld. Wil je meer over deze bijzondere traditie weten, dan raad ik je aan om mijn oude beeldverhaal te lezen: Piemels spotten in Caldas da Rainha
Nieuw in Caldas da Rainha zijn de paraplu’s met een piemel als handvat. Als je op het oude marktplein staat en bij Citrus de straat inloopt, dan zie je allemaal CHAFALOS hangen.

Chafalo is een zelfverzonnen woord en is een samentrekking van ‘chapéu (de chuva)’ en ‘falos’. Een chapéu is een hoed en chuva is regen. Een paraplu is hier een chapéu de chuva (letterlijk ‘regenhoed’) en een falo een tja, gewoon fallus.

Al lopend door dit stukje Caldas vol Chafalos hebben we er ons mee vermaakt om een Nederlands woord voor Chafalo te vinden. Onze eerste ingeving: parafalussen. Maar dat bekt niet lekker. Te lang, te elitair. In het park beland, zijn we verder gegaan met onze zoektocht. Terwijl we onder de platanen lopen, zegt Daan ineens: Parapikken dat allitereert. Erop doormijmerend komt ‘plupik’ nóg beter in de buurt van het oorspronkelijke woord, want dit doet meer recht aan het feit dat we het over paraplu’s hebben.





Degene die achter het concept Chafalo zit, is een onderneemster, Zélia Marques In haar restaurant Camaroeiro Real (de Kamerheer van de Koning) heeft ze op terras bij de bar, ingeklemd tussen de huizen, al wat van deze paraplu’s, of beter, plupikken, hangen. Samen met de gemeente en de eigenaresse van het leuke terras van Gato Preto hebben ze nu dit stukje van Caldas volgehangen met paraplu’s. Het is zo’n succes dat er nu een Chafalowinkel tegenover Camaroeiro Real wordt geopend. Op dit moment zijn ze druk bezig met het verbouwen. Ik heb zo’n vermoeden dat de vraag naar deze paraplu’s enorm gestegen is 😉.

Allerheiligen en het Pao por Deus
Op 1 november is het Allerheiligen, Dia de Todos os Santos. Een vrije dag en een lang weekend voor veel Portugezen, want Allerheiligen valt dit jaar op een vrijdag. De dag ná Allerheiligen is hier Dia dos Finados. Voor katholieken vormen deze dagen een periode van reflectie en verbondenheid. En voor ons al helemaal, want vandaag 30 oktober is het 13 jaar geleden dat mijn vader rond negen uur in de ochtend het aardse heeft verlaten. (lees er meer over in ‘Waar is de dode?’.
Op Allerheiligen gedenkt men hier de heiligen. Mijn favoriete heilige, by far, is de Heilige Antonius. De Heilige Antonius van Padua is een Portugees en in Lissabon geboren. Dus je niet laten misleiden, hè? Als patroonheilige van de hoofdstad van Lissabon brengt deze António veel blijdschap in juni (13 juni). Hij staat hier namelijk bekend als de beschermheilige van de geliefden en rond 13 juni zijn er talrijke feesten om de liefde te vieren of te vinden in het oude gedeelte van Lissabon.
Allerzielen is 2 november. Dus niet de dag voor Allerheiligen, De traditie van Halloween is uit Amerika over komen waaien. Nee, 2 november vieren de katholieken Allerzielen. Deze dag is specifiek gewijd aan het gedenken van onze overledenen. Oorspronkelijk gedacht men de zielen van dierbare overleden om er zo voor te zorgen dat met behulp van gebeden en goede daden je dierbare ietsje sneller van het vagevuur naar de hemel mocht gaan. Het vagevuur is afgeschaft, dus nu ga ik ervan uit dat men de snellere route naar het paradijs volgt en dat mijn vader al ergens tevreden op een wolk naar beneden kijkt en denkt: goed bezig. Nee, grapje, mijn vader geloofde helemaal niet in dit soort sprookjes. Net als mijn man, die als uitgesproken atheïst, altijd zegt ik geloof in mezelf en in jou. Prima, geloof! Vooral dat geloven in mij 😉.
In Portugal kent men rondom Allerheiligen de traditie van Pão por Deus. Letterlijk: Brood voor God. Tijdens het Pão por Deus gaan vooral kinderen, maar soms ook volwassenen, langs de deuren. Ze zingen liedjes, zeggen een gebed of declameren een gedicht in ruil voor iets lekkers (vroeger: brood).
Er is een link tussen de traditie van Pão por Deus en de aardbeving van 1 november 1755. Deze verschrikkelijke aardbeving op Allerheiligen heeft vooral de stad Lissabon enorm getroffen. Terwijl de mensen in de kerken zaten, stortte de stad in. Daarna volgde een vloedgolf en brak er brand uit. De koning van weleer heeft er zo’n trauma aan overgehouden, dat hij de rest van zijn leven weigerde om in een stenen huis te slapen. Het paleis van de koning was dus van hout. Na de aardbeving liepen de wilde dieren van de koning, die hij uit zijn koloniën in Afrika naar Lissabon had laten verschepen, door de stad. Dus naast alle ellende, was het in die dagen ook niet ondenkbaar om een olifant of leeuw in de straten tegen te komen. Het huidige stratenplan van de Baixa Lisboeta (Downtown Lissabon) danken we aan deze aardbeving en aan Marquês de Pombal (Markies van Pombal). Deze Markies heeft bedacht dat de straten ruim van opzet moesten zijn en in blokken geformeerd.
Na de ramp op 1 november 1755, was de behoefte groot om te helpen en kreeg de gewoonte om van deur tot deur te gaan en om ‘Brood voor God’ te vragen nog meer betekenis. Op deze manier konden de rijkerbedeelden de behoeftigen helpen. De traditie Pão por Deus weerspiegelt de gemeenschapszin en hoe men omging met verlies en wederopbouw.
Vandaag de dag is Pão por Deus een gezellige festiviteit en geeft men vooral snoep (net als bij Halloween eigenlijk).
Voor wie weinig zin heeft om langs de deuren te gaan, dan zijn er nog wat andere leuke dingen te doen in de stad (naast het bewonderen van de Chafalos in de Rua da Liberdade natuurlijk).
Tip voor dit weekend:
In de ExpoOeste, vlakbij de Leroy Merlin in Caldas da Rainha (gratis entree).

Geen blogpost van Zin in Portugal meer missen? Tik dan je e-mailadres in bij de abonneerknop. Of liever van de filmpjes? Op het YouTube Shorts-kanaal Enjoy Portugal Comigo vind je korte filmpjes van 1 minuut als inspiratie voor een leuk bezoek aan Portugal (en Caldas da Rainha in het bijzonder.)
