Waar staat dat tafeltje?

Voor mij is de zomervakantie begonnen. Al weken zie ik foto’s op Insta voorbijkomen van een plek waar ik voor het coronatijdperk al eens ben geweest. Blijkbaar hebben ze het restaurant Terra Chã, in het gebergte van de Serra de Aire e Candeeiros, nieuw leven ingeblazen. Deze bergen vormen de omlijsting van ons uitzicht aan de voorkant. Ik kom er zelden, maar kijk wel uit op de windmolens.

Meestal reiken onze tochtjes niet verder dan de Salinas in Rio Maior, met een enkel uitstapje naar de Potes de Mouros en de Dólmen de Alcobertas. Deze bezienswaardigheden bestaan uit wat gaten in de grond waar de Moren hun voedsel in opsloegen en rechtopstaande stenen die door de katholieke kerk zijn ingelijfd in een kapel. Van een hunebed kun je mooi een ronde kapel bouwen, zullen de paters wel gedacht hebben. Wil je er meer over lezen? Ga dan naar Alcobertas: megalithische dolmen en Moorse silo’s.

Alleen: laat Google Maps je NIET de weg wijzen. Of stel in dat je geen onverharde wegen wilt. Dan ben je meteen gevrijwaard van echtelijk gekibbel over je stuurmanskunsten, bergaf op zand en grind. “Hoezo ga ik te hard? Ik rijd nog geen 15 kilometer per uur! Geniet toch eens van de schitterende omgeving. Relax.” Dat werk… Om vervolgens tot je frustratie te eindigen op een doodlopende weg bij een joekel van een steengroeve. Ik moet het mijn man nageven dat hij nu niet triomfantelijk zegt: “Ik zei het toch, het loopt dood”.

Ik besluit om een nóg kleiner landweggetje te nemen, eromheen. Ik hoop op die manier aan de andere kant van de steengroeve uit te komen en daar moet dan ergens het restaurant liggen. Ten minste, volgens Google Maps. We zitten ondertussen hoger dan menige windmolen, dus het uitzicht is inderdaad fenomenaal. Alleen geniet mijn bijrijder er nauwelijks van, die denkt dat we ergens beneden roemloos aan ons eind komen. Maar gelukkig, daar is RestauranteTerra Chã al!

Voor de liefhebbers van onverharde wegen, windmolens en wandeltochten: google Serra de Aire e Candeeiros en je kunt op avontuur.

We parkeren onze auto op de parkeerplaats van deze afgelegen plek en we constateren dat we niet de enigen zijn die dit restaurant ‘ontdekt’ hebben. Tweede constatering: er staan hier wel héél dure auto’s. Ik kan me niet voorstellen dat je met je Ferrari dezelfde weg als ik hebt genomen, dus er móet een andere route naar deze plek zijn.

Je hoopt natuurlijk op een tafel bij het raam, maar we zitten tweederangs. Dus de tip voor wie wil gaan: reserveer tijdig van tevoren. Twee aardige jonge mensen doen de bediening. Op Insta had ik al gezien dat ze personeel vragen en inderdaad: ze lopen de benen uit hun lijf. Heel vriendelijk verontschuldigen ze zich dat het even duurt voordat ze de bestelling komen opnemen. Nu zijn we vandaag in de vakantiestand en willen we elke seconde van deze ervaring genieten, dus wij zijn er niet rouwig om dat het allemaal wat langer duurt. We doen zelf ook lang over de voorafjes die op tafel worden gezet: kaas, boter, paté, humus (3,80 per persoon). Het brood, Pão de Rio Maior, is verrukkelijk en het Pão de Milho (maïsbrood) nóg lekkerder. De witte wijn (4,80 euro per glas, mijn hemel) en het water smaken ook prima. We besluiten zo veel mogelijk te proeven van de kaart, dus na de voorafjes komen de voorgerechten: de dagsoep voor mijn man blijkt zoete-aardappelsoep te zijn, die als ‘sopa de legumes‘ op de kaart staat, de ‘peixinhos da horta’, visjes uit de moestuin, zijn bonen in tempura gebakken en de ‘croquetes de chiba‘ doen me denken aan bitterballen. Je merkt dat ze met de hand zijn gemaakt en navraag levert op dat ze gevuld zijn met geitenvlees, ze zijn erg lekker. Als nu het water je in de mond loopt, stop dan met verder lezen!

Over de hoofdgerechten zal ik kort zijn: daarvoor hoef je de tocht naar dit restaurant niet te ondernemen. Het lamsvlees van de lamsspies (espetada de borrego) is zo taai dat de helft weer terug naar de keuken is gegaan. Het vegetarische gerecht bestaat uit slechts drie ‘dumplings’, wat risotto en saus, de ‘manta’ (buikvet van een varken, een geliefd lokaal gerecht), is zacht, maar niet erg warm meer en de stierenbiefstuk is te zenig. Twee van de gerechten worden tot ontsteltenis van mijn man begeleid door koude chips, maar mijn zoete-aardappelpuree is lekker.

Na deze sof besluiten drie van ons toch nog voor een toetje te gaan: bosvruchtenijs, limoencheesecake en chocolademousse.

De toetjes stellen ons niet teleur. De limoencheesecake is enorm, de mousse fantastisch en het ijs (drie grote bolletjes zonder slagroom) romig.

Filmpje van onze lunch bij Restaurante Terra Chã op vrijdag 19 juli

Dus als je onze eerlijke restaurantrecensie wilt: je komt hier in de eerste plaats voor het uitzicht, dus zorg dat je een plekje bij het raam bemachtigt. Daarna ga je voor de voorafjes én de toetjes. Scheelt meteen in de prijs, want wij waren tot onze schrik 40 euro per persoon kwijt. Dat vinden wij voor onze contreien een vermogen. We besluiten daarom acuut de rest van het weekend thuis te eten. Dat is geen straf, want boodschappen doen op de dagelijkse groente- en fruitmarkt in Caldas da Rainha is één van mijn favoriete bezigheden. Mijn 84-jarige moeder schaamt zich alleen voor het lopen met een boodschappenkar. “Dát is voor oude vrouwen”, zegt ze dan en ze weigert categorisch ermee op stap te gaan. Voor oude vrouwen en Roodkapje, hoor ik, als ik zelf vrolijk in mijn roodgeblokte zomerjurk met mijn Pingo Doce-boodschappenkar achter me door het park richting de markt in het oude centrum loop. Roodkapje? Nou, ja, zeg!

Roodkapje, nou ja, zeg!

Informatie over dit gebied

Restaurante Terra Chã: website, locatie op Google Maps.

Gebergte Serra de Aire e Candeeiros: info op Visit Portugal (officiële instantie toerisme) in het Nederlands of op wikipedia (Engels)

Salinas (zoutpannen van Rio Maior).

Boerenmarkt Mercado de Santana, waar je ook kleding (polo’s van Ralph Lauren, Lacoste) kunt kopen. Hier heb ik al vaker over geschreven : Een Jacaranda koop je gewoon op de boerenmarkt van Santana. Deze markt is op zondag tot 13.00 uur. Na afloop kun je frango piri piri (kip) eten bij een van de tentjes, of kip mee naar huis nemen.

Alcobertas (dolmén en Moorse silo’s – voorraadpotten)

Op dit moment is het weer feestseizoen. Dus overal dorpsfeesten die tot laat in de nacht voor vertier zorgen. Lees mijn beeldverhaal dat ik al eerder over dit fenomeen heb geschreven er maar op na: Waar is dat feestje?
Je zou denken dat je in dit tijdperk van mobiele telefoon en internet de verspreiding van de feestweken via social media gaat, maar tot mijn verrassing zie ik dat men ook vasthoudt aan de meer traditionele manier van propaganda. Op menig lantaarnpaal of boom zit weer ouderwets een aanplakbiljet.

Voor wie genoeg heeft van de hitte elders in Portugal of in Europa: de Portugese zilverkuststreek (Costa de Prata, met gezellige oude steden Caldas da Rainha, Óbidos, Torres Vedras, Alcobaça, Bombarral, Lourinhã, Nazaré, São Martinho do Porto etc) heeft in de zomer een aangenaam klimaat. ’s Morgens zeedamp aan de kust, ’s middags lekker, vaak rond de 25 graden. En ’s avonds koelt het weer af, zodat een trui echt een accessoire is dat je in je koffer moet meenemen. Ik vind het heerlijk, hierdoor zijn de nachten koeler en kun je prima slapen. Vannacht heeft het geregend en nu is het weer stralend. Het levert ook mooie luchten op. Ik kijk elke dag met plezier naar het schouwspel dat de wolken me opleveren.

You Tube Short: filmpjes van 1 minuut die een indruk geven van wat er te beleven valt

Sinds deze lente heb ik een YouTube Short-kanaal waar ik korte filmpjes van maximaal 1 minuut post.

Op het vliegveld van Lissabon staan grote lockers waar je je bagage in kwijt kunt.

Net gearriveerd in Lissabon en met de bus naar Caldas da Rainha

En als je ons weer moet verlaten, dan ziet het busstation van Caldas da Rainha er zo uit.

Ga je met de bus van Óbidos naar Lissabon, dan stap je hier op.

Kijk maar eens hoe het hier in februari is (wandeling door Óbidos)!

Golfsurfen aan de Portugese zilverkust

Het onlangs geopende museum in het Fort van Peniche.

Heerlijk vis eten in Peniche.

De grillige kustlijn van Peniche levert altijd mooie vergezichten op.

Hier eten is voor ons altijd een uitje: Pizzaria Praia da Areia Branca – Lourinhã

Het museum in het park van Caldas da Rainha is gewijd aan de naturalistische schilder José Malhoa en zijn tijdgenoten! Je vindt er echte pareltjes. Bovendien is het stadspark van Caldas da Rainha een hele fijne plek.

Voor vogelliefhebbers (en fotografen) is de Cais Palafício in Nadadouro een leuk uitje.

Alcobaça: het klooster en de kerk. Daar liggen Pedro en Inês de Castro begraven, de twee hoofdrolspelers van het mooiste liefdesverhaal van Portugal. Lees erover in dit beeldverhaal – met dit beeldverhaal is Zin in Portugal in 2015 begonnen: Hoe zat het ook alweer met Pedro en Inês de Castro?

Beelden van mijn laatste bezoek in mei aan het klooster van Alcabaça. Ik heb dit klooster al ontelbare malen bezocht én ik blijf het prachtig vinden. De muziek onder dit filmpje is van Madredeus. Een ensemble dat in mijn jonge jaren wereldtournees maakte.

Hier wordt weinig ruchtbaarheid aan gegeven, maar je kunt een (extra) kaartje kopen als je naar het klooster in Alcobaça gaat. Op gezette tijden laten ze je dan de sacristie zien ( nooit in het weekend en op katholieke feestdagen, want dan wordt de sacristie door de pater en acolieten voor en na de mis gebruikt).

Voor de liefhebbers van opera. Echt een geweldige ervaring dit diner!

Voor prijswinnend gebak moet je ook in Alcobaça zijn.

De enorme duinen in Salir do Porto, vlakbij São Martinho do Porto.


In Foz do Arelho kun je natuurlijk naar het strand, maar kennen jullie dit kleine museumpje aan de boulevard?

Wat er ook gebeurt: Portugal niet verlaten zonder Amêijos àBulhão Pato te eten, hoor!

Diverta-te aqui em Portugal e até breve, beijinhos!

Geen blogpost van Zin in Portugal meer missen? Tik je e-mailadres in bij ‘abonneer’. Een volgend beeldverhaal verschijnt dan direct in je inbox.

Plaats een reactie